26 mei 2022 Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 26 Mei 2022, 05u50 ( Zomertijd ) : “W- wind. Windkracht 3. Bewolkt. De zon is al ruim een half uur op. En probeert nu tussen de wolken door te piepen. Met onze hond Nantske sta ik verwonderd om me heen te kijken. Niet verwacht dat er zoveel wolken hingen. De hele hemelkoepel is er mee bedekt. Een hoop wolken, vuilgrijs van kleur. Alleen in het zuiden is er tussen de wolken iets meer blauw te zien. Een spreeuw [ Sturnus vulgaris L. ] komt aanvliegen vanuit de weien aan de overkant van het kanaal , de bek vol met wormen. Ergens vanuit onze binnentuin hoor ik een houtduif [ Columba palumbus L. ] koeren. Een meeuw schiet rakelings over ons huis richting het zuiden. Onder de wilgenstruik aan de overkant rechts van de brug hoor ik een fuut [ Podiceps cristatus L. ] geluiden maken. Het zal wel menselijke projectie zijn maar er gaat iets kalmerends uit van die bassende tonen. Een auto, zilverkleurig van tint, passeert op hoge snelheid. Nantske begint ineens te dansen naast me en blaft woedend. De blauwe reiger [ Ardea cinerea L. ] die rakelings over mijn kop scheert, had ik totaal niet vanuit het dorp zien aankomen. Hij verdwijnt met hoge snelheid achter de bomen op het erf van Annemarie de Haan. Een paar hanen in de achtertuin van mijn buurvrouw Marijn Sturing beginnen te kraaien. Dat maakt het plaatje compleet van een dorp op het platteland, dat wakker wordt . Ik ga het bruggetje af. Eenmaal op de begane grond lijkt het wel of het harder gaat waaien. Kilometers om me heen niemand… Het is best fris daardoor, merk ik, meteen zodra ik op het schelpenpad sta. De zon is inmiddels achter de wolken verdwenen. Het kweekgras[ Elytrigia repens L. ] in de berm staat nu op het punt in bloei te schieten. De stengels reiken tot ver boven mijn heup en de volle aren zijn goed te zien. Bij de bloei opent zich een soort ‘korrel ‘. En daaruit komt een bloem te voorschijn met slechts twee kroonbladeren. Die stoot pollen uit. Koeien vinden kweek best lekker smaken. De plant vermenigvuldigt zich supersnel onder de grond door een netwerk van wortels. Stel, je trekt de plant los en een stukje van zo’n wortel blijft achter, dan groeit vanuit dat stukje weer een nieuw stel wortels. Zo’n netwerk van zichzelf vertakkende uitlopers wordt ook wel rizomen genoemd. Om die reden wordt kweekgras intens gehaat door tuinliefhebbers, waaronder mijn Geliefde. Maar boeren zaaien het wel eens in langs slootkanten. Het ondergrondse netwerk zorgt ervoor dat een slootkant daardoor een stuk stabieler wordt en veel minder snel afkalft. Ik zet mijn eerste stappen op het wandelpad en laat Nantske los. De wolken in het oosten trekken dicht. Hoewel het de ochtend van Hemelvaart is, de traditionele Dauwtrap- dag, zie ik echt kilometers om mij heen niemand. Ik had eigenlijk verwacht een vroege wandelaar tegen te komen. Alleen een woerd, een wilde mannetjeseend [ Anas platyrhynchos L. ] vliegt onverwacht op uit de sloot links. Kennelijk voelde die zich gestoord. Op het einde van het eerste stuk scharrelt een vrouwtjeseend heel rustig over het betonpad. Nantske vindt daar wat van en begint naar haar toe te sluipen. Maar wordt halverwege kennelijk toch afgeleid door een spannende geurvlag in de berm en duikt de wei rechts in. Begint zich daar te rollen in iets. Ik ren naar haar toe en stuur haar de wei uit. Hoewel ik niks zie op de schuifplek waar ze zich om en om rolde, kan het eenmaal thuis behoorlijk gaan stinken. Ik haal even mijn hand over haar rug maar ruik gelukkig niks bijzonders. De zon kruipt opnieuw door een smalle scheur in de bewolking. Stralen glijden in banen naar de aarde. Een engelentrap wordt zoiets genoemd onder katholieken. In de tweede meidoorn [ Crataegus laevigata L. ] voorbij de hoek zit een graspieper [ Anthus pratensis L. ] uit volle borst te zingen. Het is heel aanstekelijk. Dat zingen gaat nu ook in mijn hoofd verder. Ik sla de hoek om en kuier in de richting van de Bedumerwijk ter Laan. Kokmeeuwtjes [ Larus ridibundus L. ] roepen naar elkaar, terwijl ze over de wei rechts zeilen. ‘ Bam, ..bam…bam…’, een persluchtkanon achter de boerderij van Harm van der Giezen knalt driemaal. Een derde meeuw laat zich niet afschrikken en volgt de twee anderen op vijftien meter hoogte. Op de grond kruipen vier zwarte wegslakken [ Arion ater L. ] dicht naar elkaar toe. Er is nog heel weinig verkeer. Het enige gerucht dat permanent te horen valt, is het geluid van kraaien die druk in gesprek zijn in de bomen rond de waterzuivering. Twee nieuwe meeuwen vliegen me tegemoet op veertig meter hoogte. De zon was zojuist een paar seconden te zien, maar kruipt nu al weer vol schrik achter de wolken. In de berm valt me het grote aantal struisgrasplanten [ Agrostis capillaris L. ] op. ‘ De plant bloeit met een 5–15 cm lange pluim. De aartjes zijn eenbloemig en 2–4 mm lang. Eerst zijn ze groen, maar na verloop van tijd worden ze purperachtig bruin. ‘, lees ik achteraf op Wikipedia .’ Er hangt dan een bruine nevel over de velden. Whoe-oeeeeeeh ‘, heel indringend loeit een koe in de ligboxenstal van Willem Wijlhuizen op Onderwierum. Opnieuw klink een dergelijke kreet. Is het zo dat hij net een kalf heeft gekregen maar dat dit van haar afgenomen is, omdat de moeder weer in productie moet? Normaliter is het zo in de melkveehouderij dat koeien ieder jaar een kalf krijgen om ze in ‘ bedrijf ‘ te houden. Argumenten over en weer Op de Vlaamse site www.rundveeloket.be vond ik na de wandeling een informatief artikel dat m.i. serieus ingaat op de argumenten voor en tegen in de kwestie of het goed of slecht is om kalveren snel van de moeder te scheiden na de geboorte. Om die goed tot uiting te laten komen, neem ik het artikel in zijn geheel over. : “ Het brede publiek stelt zich vragen bij het snel scheiden van moeder en kalf. Nochtans is dit op veel melkveebedrijven de gangbare praktijk. De gescheiden opfok is volgens vele melkveehouders en adviseurs immers beter voor de gezondheid van koe en kalf. Maar kan dit ook wetenschappelijk aangetoond worden? En wat is de impact van een vroege scheiding op dierenwelzijn en rendabiliteit? Onderzoekers uit Vancouver (Canada) en Reading (Verenigd Koninkrijk) bundelden de kennis uit tientallen wetenschappelijke publicaties om op deze vraag een antwoord te vinden. Waarom vroeg scheiden? Het scheiden van koe en kalf kort na de geboorte zou de kans op overdracht van pathogenen van koe op kalf verminderen. Pasgeboren kalveren hebben immers een beperkte immuniteit en zijn dus gevoelig voor ziekten. Handmatig voeren maakt het mogelijk de kwaliteit, hoeveelheid en tijdstip van de biestverstrekking [ KW. Biest is de eerste, zeer vette , goudgele melk na de geboorte van een kalf ] beter te controleren en zo de passieve immuniteit te verhogen. Voorstanders van een vroege scheiding halen verder het economisch voordeel (meer verkoopbare melk), efficiënter melken en ethische argumenten aan. De band tussen koe en kalf wordt bij vroeg scheiden niet gevormd, waardoor de dieren minder stress ervaren bij de scheiding. Verder zijn uiteraard ook de beschikbare kennis, arbeid, management, huisvesting en andere randvoorwaarden bepalend voor de keuze van opfokmethode. Gezondheid van het kalf In verschillende studies blijkt contact tussen koe en kalf het optreden van diarree bij kalveren te verlagen. Aangezien het opnemen van grote volumes melk op korte tijd (bij handmatig voederen) aanleiding kan geven tot dunnere mest (diarree), zonder dat er sprake is van een infectie, speelt deze factor wellicht ook mee in de verschillen tussen de opfoksystemen. De meer gespreide opname van verse melk bij zogende kalveren veroorzaakt zo minder voedingsdiarree. Daarnaast kon besmetting van het kalf met Cryptosporidium parvum niet eenduidig gelinkt worden aan het verlengd kalf- koe contact. Zogen leek zelfs eerder een positief effect te hebben. Tegenstrijdige vaststellingen en variatie in de proefopstelling laten echter niet toe hierover harde uitspraken te doen. Hoewel het scheiden van koe en kalf als maatregel is opgenomen in veel bestrijdingsprogramma’s van paratuberculose, blijkt hier weinig wetenschappelijke basis voor te bestaan. De onderzoekers konden in de 14 studies over dit thema geen bewijs vinden voor een verband tussen het koe- kalf contact en het voorkomen van MAP ( Mycobacterium avium ssp paratuberculosis ). De besmetting met de MAP- bacterie gebeurt hoofdzakelijk door fecaal- oraal contact in een besmette omgeving. Het scheiden van koe en kalf reduceert de kans op rechtstreekse besmetting via biest of melk, maar andere besmettingswegen blijven aanwezig. Goede hygiëne van de afkalfruimte en aangepast management rond het afkalven blijven de belangrijkste aandachtspunten. Niet het moment van scheiden van moeder en kalf, maar wel de bron, kwaliteit, hoeveelheid en tijdstip van biestverstrekking was bepalend voor de immuniteit van de kalveren. Ook de kalver sterfte was aan de biestverstrekking gelinkt. Bij melkveerassen, blijken veel kalveren die bij de moeder gelaten worden, er niet in te slagen om binnen de 6 uur na geboorte zelfstandig te zuigen en zo biest op te nemen. Bij handmatig voeren anderzijds ontwikkelen bacteriën in biest snel bij kamertemperatuur. Bij het verzamelen, bewaren en vervoederen van biest moet dus snel, proper én met proper materiaal gewerkt worden! Een melkveehouder kan dus best elke kalving nauwgezet opvolgen en tussenkomen waar nodig om een optimale biestopname te verzekeren. Dit ongeacht de opfokmethode! Gezondheid van de koe Een groot deel van de studies bevestigt dat het zogen het risico op mastitis [ KW: uierontsteking ] vermindert. Het positief effect is deels toe te schrijven aan het verwijderen van resterende melk in de uier door het zogende kalf. Daarnaast bevat het speeksel van het kalf ook lysozymes die de groei van bacteriën remmen. Na een zoogperiode van 8 weken werd er anderzijds beschadiging van spenen geconstateerd. Dit probleem is meer uitgesproken naarmate zogende koeien meer en voor langere tijd kalveren zogen. Om dit te vermijden is een korte zoogperiode dus beter geschikt. Verder verlaagt het risico op mastitis het meest door zogen in het begin van de lactatie. Welzijn van kalf en koe Als het kalf langer dan 24 uur bij de moeder blijft verhoogt, de acute stressreacties op de scheiding bij zowel kalf als koe. De dieren loeien en gaan actief naar elkaar op zoek. Aan de andere kant leidt een langer koe- kalf contact tot een beter sociaal gedrag bij kalveren en kunnen ze beter om met nieuwe situaties. Ook opfok van kalveren in groep heeft een vergelijkbaar positief effect op het sociale gedrag. Zogen vermindert ook abnormaal oraal gedrag zoals tongrollen en zuigen aan andere kalveren of voorwerpen. Productiviteit Tijdens de zoogperiode produceren koeien minder verkoopbare melk. De kalveren drinken immers een deel van deze melk op. De totale geproduceerde hoeveelheid melk over een langere periode ligt bij zogen echter niet lager. De kleinere hoeveelheid verkoopbare melk moet dus vergeleken worden met wat in andere opfokmethodes zou gevoederd worden. De prijsverschillen tussen verse melk en melkvervangers moeten in deze afweging ook meegerekend worden. Zogende kalveren groeien sneller. Dit is het gevolg van een hogere melkopname. De opname van vast voedsel bij deze kalveren is wel lager dan bij niet zogende kalveren onder beperkte melkgift. Ook na de zoogperiode blijft het positief effect van de hogere groei nog weken- of maandenlang aanwezig. Abrupt spenen en scheiden van zogende kalveren en hun moeder resulteert in een groeidip. Door de verschillende overgangen zoals scheiden en spenen apart door te voeren kan deze dip (deels) vermeden worden. Conclusies De onderzoeksresultaten ondersteunen de aanbeveling om koe en kalf snel te scheiden niet. De acute stressreactie is wel groter als het kalf langer dan 24 uur bij de moeder blijft, maar er zijn geen positieve effecten op de gezondheid van kalf of koe. Zogen kan niet gelinkt worden aan ademhalingsproblemen en ook diarree of andere maag- darmproblemen worden door zogen niet of zelfs positief beïnvloed. Het kalf laten zuigen bij de moeder leidt ook niet tot meer besmettingen met paratuberculose (MAP). Zowel bij zogen als bij handmatig opfokken kan de biestverstrekking ondermaats zijn met negatieve gevolgen voor de immuniteit en hogere mortaliteit bij de kalveren. Daarnaast leidt een langer contact tussen koe en kalf tot beter sociaal gedrag en groeien zogende kalveren sneller. Zogende koeien hebben een kleinere kans op mastitis, vooral in het begin van de lactatie. Een systeem met beperkt zogen kan dan ook het aantal mastitisgevallen op een melkveebedrijf verlagen. Over andere aandoeningen rond het kalven ( metritis, ketose, ophouden van nageboorte, …) is weinig onderzoek beschikbaar. Zogende koeien produceren evenveel melk, maar een deel wordt door de kalveren opgedronken. De hoeveelheid verkoopbare melk kan dus lager liggen. De kostprijs van alternatieve systemen moet dus afgewogen worden tegen deze gederfde winst. Er zijn bijgevolg een aantal argumenten om kalf en koe langer samen te houden. Hoe lang deze periode dan precies moet zijn en met welk systeem het zogen best geregeld wordt, konden de onderzoekers evenwel niet eenduidig besluiten. Ook valt op dat veel vermeende gevolgen van al dan niet vroeg scheiden van koe en kalf, eigenlijk toe te schrijven zijn aan andere factoren. “ Bronnen Invited review: A systematic review of the effects of early separation on dairy cow and calf health. Annabelle Beaver, Rebecca K. Meagher, Marina A. G. von Keyserlingk and Daniel M. Weary. Journal of Dairy Science Vol. 102 No. 7, 2019 Invited review: A systematic review of the effects of prolonged cow–calf contact on behavior, welfare, and productivity. Rebecca K. Meagher, Annabelle Beaver, Daniel M. Weary and Marina A. G. von Keyserlingk. Journal of Dairy Science Vol. 102 No. 7, 2019 Het loeien houdt aan. En ik ben er zo mee bezig dat ik nauwelijks merk dat ik op mijn keerpunt sta. Wat me in bovenstaand artikel opvalt is, dat het zich verre houdt van de schrille kreten die uit dierenwelzijnsorganisaties en –activistengroepen klinken. Hoe gerechtvaardigd ook door de grote hoeveelheid dieren die we op een relatief klein landoppervlak in Nederland houden. Die verhinderen vaak dat men in deze kwestie nog echt naar elkaars argumenten luistert. En die vormen van wederzijdse empathie tussen boeren en burgers is in Nederland hard nodig, wil het nog wat worden het platteland, wat ons nog rest ……………………………………………….( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws