Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 9 Juni 2022, 05u40 ( Zomertijd ):

“ WZW- wind. Windkracht 2. Er hangt een wat wazig wolkendek boven het land. Voornamelijk egaal grijs van kleur. Aan de horizon nemen wolken de vorm aan van mistbanken. Het voelt hier buiten ongelooflijk vochtig aan ; alsof de aarde zweet. Met onze hond Nantske sta ik op het houten bruggetje, hoog boven het Boterdiep en kijk verwonderd naar een omgeving die in pastelkleuren lijkt opgezet. Van de wind is  nauwelijks iets te merken. Niet zo raar, ik sta er met de rug naar toe. Maar ik voel nu gelukkig niet van die onverwachte porren die windstoten kunnen uitdelen, waardoor je bijna je evenwicht verliest. Hoog in het oosten te midden van al die tinten grijs toch een veel lichtere vlek, bijna roomwit. Ik kan me niet voorstellen dat de zon al zo ver is. Die is weliswaar zeven en dertig minuten geleden opgekomen, maar echt zo snel kan hij niet klimmen, de hemelkoepel in. Het moet een plaatselijke verdunning van wolken zijn waarnaar ik kijk. Die hebben daarnaast iets ongekends poezeligs. Het lijkt nog het meest op een stel watten, waarmee je zacht je geschramde wangen bet na een onfortuinlijke val. Ik verken de omgeving verder. Kleine karekieten [ Acrocephalus scirpaceus L. ]  zingen in de rietkraag aan de overkant. Een beetje een aarzelend liedje. Alsof ze niet helemaal geloven dat de zware buien van gisteravond voorbij zijn. In mijn regenmeter trof ik vanmorgen zelfs meer dan 20 mm. aan. Tot nu toe een record voor Juni. Een spreeuw zit in de berk bij onze oprit voorzichtig te improviseren. Af een toe komen er wat hoge tonen uit zijn keel. Maar een echt liedje is het nog niet. ‘ Wrrrrooohhh- Wrrrrooooh..’, een fuut [ Podiceps cristatus L. ]  zwemt, donker bassend, dwars door het kanaal, richting de wilgenstruik aan de overkant. Daar moet zijn partner zitten met de twee kuikens. Ik vind partner, eerlijk gezegd een vreselijk woord. Bij mensen wordt het altijd verhullend gebruikt, als je het over stellen hebt van hetzelfde geslacht. Hier bij futen weet ik eigenlijk niet precies wie het mannetje en het vrouwtje is. Ook de mannetjes broeden en zorgen voor de jongen. Op het dak van mijn bijna- buurman Jelte Verbree zit een houtduif [ Columba palumbus  L. ] enthousiast te koeren. Vanuit de bomen op de speelwei van de familie Biermasz komt een tweede duif aangevlogen. Gaat op het belendende  dak van mijn buren Miranda en Haike zitten en start een reeks lange koer- geluiden. Gaat het hier om concurrenten of geliefden? Ik kan er even geen wijs uit. Tot vanuit de Biermasz- bomen een derde duif reageert. Die laat duidelijk horen dat in ieder geval zijn omgeving ook echt zijn territorium is. De ‘overloper ‘hoort dus kennelijk bij de duif op het dak van Verbree. Er blijkt nog een vierde duif in het spel . Die zit in de grote boom naast de familie Verbree en reageert ook. De boom met zijn weelderige kruin staat in de voortuin van Verbree zijn buren, Astrid en Harry. Links van de brug is aanzienlijk minder activiteit . Een meerkoet [ Fulica atra L. ] zwemt wat lui rond en scharrelt in het water langs de walkant. Daar zitten vast slakjes of ander onderwater- gebroed. Meerkoeten zijn niet voor honderd procent vegetariër, ook al eten ze voornamelijk planten. Genoeg rond gekeken. Met Nantske ga ik snel de brug af. Wat ik gister namiddag  al heb gezien, valt nu nog meer tegen. Het hoge gras dat tot aan mijn schouders reikte aan weerskanten van het schelpenpad, is jammer genoeg verhakseld. Het maaisel is achtergelaten wat die bermen alleen maar voedselrijker maakt. Hier zullen wilde planten nauwelijks gedijen omdat de stikstofrijkdom zorgt dat brandnetels en Engels raaigras de boel verstikken. Minder vrolijk dan normaal zet ik mijn eerste stappen op mijn wandelpad.

Schaarste

Ook hier is het geen verrassing meer dat er nogal slordig is gemaaid. Zonder pardon  zijn smeerwortel [ Symphytum officinale ] en gewone berenklauw [ Heracleum sphondylium L. ] tot kleine stukjes versnipperd. Gewone berenklauw wordt door boeren ten onrechte als giftig en gevaar voor het vee beschouwd. Dat geldt wel voor de Kaukasische of Reuzen Berenklauw [ Heracleum montegazzianum L. ]. Beide planten komen natuurlijk over een week of drie wel weer boven de grond. Maar het is zonde voor vlinders en andere insecten die nu naar nectar zoeken. Die missen ineens een kleine maand  hun voedselgebied in een omgeving waar toch al grote schaarste bestaat aan bloeiende planten. Je kunt natuurlijk ook om dit soort planten heen maaien. Zo moeilijk is dat niet. Terwijl ik tandenknarsend de ravage monster, merk ik niet dat mijn eerste ochtendpassant langs mij heen schiet. ‘Mogge ..’klinkt het. De Wielrenner met de Gele Rugzak op heeft weer zijn oude traptempo terug gevonden en is al tientallen meters verder. Slaat de hoek om voor ik goed en wel realiseer wie daar fietst. Verbluft kijk ik toch maar weer rond. Midden in de wei van Voorheen Jarco Rozeboom  zie ik wat beweging. Aanvankelijk doordat de vogel een wat lichtere hals heeft , denk ik dat het hier om een kolgans [ Anser albifrons L. ] gaat. Maar het blijkt  een jonge nogal licht gekleurde blauwe reiger [ Ardea cinerea L. ]  te zijn,  die wat ineengedoken dicht bij de grond aan het foerageren is. Vanuit de meidoorn [ Crataegus laevigata L. ] op de hoek vliegt een van mijn ‘huis’- kraaien [ Corvus corone L. ]  de wei in . Hij laat de reiger ongemoeid. En die trekt zich ook niets van de kraai aan, hoewel die nog geen twee meter van hem vandaan geland is. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden, laat Nantske van de lijn.

Vrolijk

Inmiddels komen zwarte wegslakken [ Arion ater L. ]  aangekropen van uit de berm en de wei links. Wanneer ooit de wereld van ons mensen wordt ontdaan door een snel om zich heen razende pandemie, dan stel ik me zo voor, wordt die ruimte ingenomen door dit soort naaktslakken die gelden als dé vuilnisopruimers in de natuur. Ze zijn dan inmiddels wel reusachtig groot en vet  geworden. Vijanden hebben ze niet. Overal zal je die glibberige reuzen tegenkomen. Het is zelfs nu al een beetje warm. Ik loop in een dun regenjack, slechts een vest daaronder. Heel anders dan de kille temperatuur van gisteren. Ik kijk weer eens om me heen. Het wolkendek breekt voorzichtig.  Een spleet wordt wijder en een vluchtig blauw laat zich zien. In de verte verschijnt een bekende gestalte. De Onbekende Fietser 7.0. passeert en roept vrolijk ‘ Goede morgen..!! ‘. Verdwijnt ook al weer snel uit het zicht. Onze hond loopt in rondjes op het pad op en neer, met de neus aan de grond. Heeft hier soms een haas gelopen? Die geur kent hij vast en zeker. Vanuit de ree van de Haver begint een graspieper [ Anthus pratensis L. ]  te zingen. Een houtduif op het erf van de boerderij valt in. Een kraai vliegt heel langzaam drie meter boven de grond over de wei van Harm van der Giezen richting het zuiden. Ik ben dan nog geen meter van mijn keerpunt, de ree van de Haver verwijderd, draai me om en ga op de terugweg. Nantske gaat voor me lopen.

In het hoofd van een veldzuring

Achter me ruziën kraaien om de beste plek op het hoge dak van de ligboxenstal van Harm van der Giezen. Ze zijn met zijn dertienen en maken een kabaal van jewelste. Eén, nota bene, één boerenzwaluw [ Hirundo rustica L. ]  scheert boven de wei rechts. De berm links is een wirwar van tegen de grond geslagen kweekgras [ Elytrigium repens L. ] en Engelse raai. Helemaal overwoekerd daaronder het gele vlinderbloemetje van de veldlathyrus [ Lathyrus pratensis L. ]. Dat is nu wat ik bedoel wanneer stikstof minnende planten andere planten wegconcurreren. Eén plant laat zich dat zeker niet doen. Kaarsrecht staat tussen al die tegen de grond  gekwakte planten de veldzuring [ Rumex acetosa L. ]  Ik zou wel eens in het ’ hoofd ‘van dat soort planten willen kijken. Die beseffen mogelijk niet dat juist zij het onderwerp van een verhitte strijd tussen natuurliefhebbers en melkveehouders zijn. Die worden met hun veel te veel vee in hoofdzaak verantwoordelijk geacht voor het verarmen van de biodiversiteit. Aan wie zijn kant zou die veldzuring staan, een plant die je veelvuldig in weideachtig gebied ziet. Dat  vraag ik me af vanochtend,  als ik met Nantske op huis afga…………………………..( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al de zevende jaargang van de ‘De winkelhaak ‘.

Vanwege gelukkige familieomstandigheden is er vrijdag 10 juni géén Winkelhaak. De eerstvolgende Winkelhaak verschijnt maandag 13 juni.

 

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !