WINSUM – Het was woensdagmorgen een soort toogdag van toeristisch Winsum. Ondernemers, ambtenaren, raadsleden, stichtingen, zo’n 35 personen verzamelden zich in de boomgaard van de B&B Batenborg aan de Schouwerzijlsterweg. Om de verdere toeristische plannen voor het dorp te aanschouwen.
Er is veel veranderd sinds Winsum twee jaar geleden tot het ANWB-allermooiste dorp van Nederland werd uitgeroepen. Henk Sok, voorzitter van de Ondernemersvereniging Winsum OVW vatte het kort en bondig samen: “Door die verkiezing zagen we wat voor mogelijkheden we hebben. En dat inzicht heeft de samenwerking aangewakkerd, van groepen, instellingen, individuen om het Klein-Venetië verder te ontwikkelen. Hierdoor komen we ook in aanmerking voor allerlei subsidies en fondsen om de toeristische ontwikkeling door te zetten.” Hij voegde er aan toe: “Op de subsidies ga ik nu niet verder op in.” Als Henk Sok zoiets zegt, dan is dat meestal wel substantieel.
De verkiezing tot Allermooiste dorp heeft geen windeieren gelegd. Naar schatting is het aantal toeristen met 20 procent toegenomen, met navenante invloed op de omzet van ondernemers. Was het toeristisch informatiepunt Tip in de bibliotheek een hoekje met een tafel en wat folders, het is nu uitgegroeid tot een informatiepunt dat in het seizoen zeven dagen in de week geopend is. Waar ook de erbij behorende toeristische gadgets te koop zijn. Het zijn de spulletjes die na het bezoek weer thuis aan Winsum zal herinneren. “Winsum als het vlaggenschip voor de promotie van dit gebied waar meer dorpen van profiteren,” konden we noteren.
De komende drie jaar is het dorp nog steeds uniek als allermooiste dorp. De corona-crisis heeft een remmende invloed gehad op het verzilveren van deze titel en het is nu zaak daar werk van te maken. Er wordt gewerkt aan een vier dagen durend cultureel festival met uitstraling voor het hele gebied van Het Hogeland. Natuur, cultuur, geschiedenis en spiritualiteit zijn de ingrediënten voor dit festival waar over vier weken concretere plannen – en financiële dekking – worden bekend gemaakt. Genietbankjes moeten er in het dorp komen. Stapstenen die een bijzondere plek aangeven, digitale informatieborden op verschillende plekken, ook nog nodig. Opleiding van jongeren voor de horeca, dit alles gericht op de versterking van structuur van het toerisme om over drie jaar nog aantrekkelijker te zijn.
Zeker moet men de dorpsgidsen noemen. Er was er één, inmiddels uitgegroeid tot een groep van 23 vrijwilligers. Het is een gouden concept geweest om bezoekers vast te houden, langer dan nodig is voor een kop koffie op het terras en boodschappen doen. Het is een laagdrempelige activiteit, altijd op zaterdag bij de hand die de bezoeker het gevoel geeft, de beleving dat hij in een bijzonder dorp is. Ook moet gemeld worden de toeristische organisatie Waddenland die faciliteiten biedt, een steunpunt, en ook het hele gebied van het Hogeland promoot. Het allermooiste dorp, het is een sterke troefkaart in de toeristische marketing die nog drie jaar in het spel kan worden gebracht. “En de vrijwilligers, niet te vergeten,” zegt Henk Sok. “De stille kracht van ons is dat we zo’n 100 vrijwilligers hebben, die allemaal grote en kleine dingen doen waar nooit vergeest een beroep op wordt gedaan.” Met een ander woord gezegd: draagvlak.
Op de website noemt de gelegenheid zich nog Bed and Breakfast Batenborg. De naam is inmiddels verandert in Cultuurerf Batenborg. Dat is toeristische marketing./BM
