17 juni 2022 Onderdendam ( Gr.) Vrijdag 17 Juni 2022, 05u20 ( Zomertijd ) : “Z- wind. Windstil. Bewolkt. Verbazing alom, wanneer ik met onze hond Nantske op het houten bruggetje over het Boterdiep arriveer. Toen ik me stond te wassen om half vijf, was het nog volslagen helder. Nu bedekt op grote hoogte een heel lichtgrijs wolkendek het grootste deel van de hemelkoepel. Dat is met name vlak boven ons. Alleen in het noordoosten is het nog min of meer helder. Daar staat de zon al handhoog boven de horizon. Wel lopen er dwars door de zonneschijf al een paar horizontale strepen. Hele smalle wolkenformaties zijn het. Kleur van de lucht erom heen geeloranje. Achter me in het westen ook een open stuk. Heel teerblauw is de tint. Het liefst zou ik het Fátima –blauw noemen. Tussen mei en oktober 1917 verscheen Maria zes keer aan de drie herderskinderen Lucia, Francisco en Jacinta in de heuvels nabij het Portugese stadje Fátima . Ze zagen een stralende verschijning van een vrouw, geheel in het wit gekleed met een lichtblauw sjerp om, die verscheidene malen met hen sprak. Ik moet daar iedere keer aan denken, wanneer ik het huis van Willy en Lex Veenstra passeer naast DE KERK aan de Bedumerweg hier. Daar staat namelijk een Onze Lieve Vrouwe van Fátima –beeld in de vensterbank en kijkt de weg op. Thuis, vroeger toen ik nog een klein kind was, stonden in huis overal heiligenbeelden. In de woonkamer zelfs met een permanent brandend waxine lichtje ernaast. Later een elektrisch lampje. Daar had de brandverzekering om gevraagd. Niet zo gek overigens die veelheid aan beelden. Mijn grootouders hadden naast hun bakkerij in het West- Brabantse Oud Gastel in hun bakkerswinkel ook een afdeling waar ze heiligenbeelden, rozenkransen en missaals verkochten. Dat zijn katholieke gebedenboeken die je tijdens de H. Mis gebruikt. Maar ook schoolschriften, kleurpotloden, lineaals, puntenslijpers en stripboeken, zoals de Belgische Robbedoes. Zo’n soort heel licht blauw dus zag ik vanmorgen in het westen van de hemel. Daaromheen dunne , wolkenflarden die al snel samenkoeken tot het boven beschreven dek. Beneden op het kanaal is geen levend wezen te zien. Nee, dat klopt niet. Ver weg, ter hoogte van de boot die tegenover de keet van Annemarie de Haan is afgemeerd, zijn twee meerkoeten [ Fulica atra L. ] , dichtbij de walkant wat aan het struinen tussen waterplanten. Vanonder de overhangende wilgenstruik klinkt het bassen van een fuut [ Podiceps cristatus L. ]. Nog geen twee tellen later komt de vogel te voorschijn. Laat nog wat korte, donkere ’ blafjes ‘ horen. Op het dak van mijn bijna- buurman Jelte Verbree zit een houtduif [ Columba palumbus L. ] te koeren. Ver weg in het zuiden lawaaien kraaien [ Corvus corone L. ], die nesten hebben op het terrein van de waterzuivering. Achter me In de hoge heg rondom ons huis beginnen huismussen [ Passer domesticus L . ] te tsjilpen. Eerst nog wat aarzelend, dan meer assertief. En dan ineens komt het forenzenverkeer op gang. Een stuk of tien auto’s en wat klusbusjes met aanhangwagens in een bestek van nog geen halve minuut passeren. Het is duidelijk, er gaat vandaag volgens tropenrooster gewerkt worden. Zelf heb ik niet het gevoel dat het erg heet gaat worden hier. Genoeg gezien, ik ga het bruggetje af. Als ik op het schelpenpad loop, zie ik in mijn ooghoek een houtduif ijverig graszaadjes pikken in het tweede weitje van de familie Biermasz. Ik zet de eerste stappen op mijn wandelpad. ‘ Balletvoorstelling ‘ Een wilde eend [ Anas platyrhynchos L. ] schiet op nog geen drie meter voor me voorbij. In het zuidwesten is heel vaag een volle maan te zien tussen wat wolkenflarden. Langs de hele oostelijke horizon hangt een lage mistbank. Ik schat maar een paar meter hoog. Een zwerm muggen ‘ loopt ’met me mee. Grofweg geteld zijn het er een kleine dertig. Waarom ze met me ‘meelopen’, ik vermoed omdat ze op de warmte van mijn lijf afkomen. Maar, nee op de website www.onzenatuur.be vond ik daar de volgende verklaring voor : ‘ Muggen hebben een sterk ontwikkeld reukorgaan, waarmee ze je zweet en de kooldioxide in de lucht die je uitademt tot op vijftig meter afstand kunnen detecteren. Van zodra een mug die geur oppikt, weet ze dat er een wandelend buffet in de buurt is en zal het niet lang duren eer je het vervelende gezoem rond je oren hoort. En ook de geur van bepaalde aminozuren op je huid heeft een onweerstaanbaar effect, aangezien de vrouwtjesmuggen deze stoffen nodig hebben om hun eitjes te laten rijpen. Heb jij per toeval de juiste aminozuren in huis? Dan word je per definitie een muggenmagneet, want het overlevingsinstinct van de mug is zo sterk, dat ze met haar ogen dicht het bloed met de meeste aminozuren kan onderscheiden van minder ‘vruchtbaar’ bloed. ‘. Zo ,probleem opgelost. De ‘huis’- kraai in de eerste meidoornstruik op de hoek begroet ons met een krachtig : ‘Krá- ká- krá…’. Vliegt op, wanneer we te dichtbij komen om een heel eind verder, zeker honderd meter, te landen op het pad richting het zuiden. Ik hoor net voor ik de hoek omsla richting Bedum, een enorm kabaal van scholeksters [ Haematopus ostralegus L. [. Kan de vogels niet direct vinden. Dan ineens ontdek er een op de paal van het toegangshek naar het vierde perceel van Voorheen Jarco Rozeboom. Hij blijft daar net zo lang roepen tot er antwoord komt van een partner die met een patrouillevlucht in de buut bezig is. Ik ben inmiddels op het lange stuk en laat Nantske van de lijn. Vijf meter van ons vandaan blijft een merelvrouwtje [ Turdus merula L. ] rustig in het gras zitten aan de rand van het pad, tot onze hond ongeveer een meter van haar vandaan is. Dan pas vliegt ze de meidoornstruiken [ Crataegus laevigata L. ] aan de overkant in. De scholeksters van zojuist zijn weer samen en voeren nu op dertig meter hoogte boven de wei van Harm van der Giezen een soort pas-de–deux uit. Klimmen nog hoger naar zestig meter. Duiken, zwieren, maken scherpe bochten. Adembenemend om te zien hoe ze volledig synchroon met een meter tussenruimte allerlei ingewikkelde figuren maken. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat vooral de vogels zelf een enorm plezier hebben in deze ‘ balletvoorstelling ‘. Terwijl ik nog even de scholeksters volg , valt mijn oog op twee bruine vlekken beneden in de wei. Twee hazen [ Lepus europaeus L. ] hebben ons, vermoed ik geroken. Ze drukken zich plat tegen de grond. Een donker gekleurd geluid Als ik de eerste dam naar de wei van van der Giezen passeer, gooit Nantske zich tegen de grond in een hoop achtergelaten inmiddels in hooi veranderd, gras. Gaat zich eens uitgebreid om en om rollen. Vooral ook om haar eigen lucht te maskeren. Dat doen wolven ook. Foefjes zijn het om eventuele prooidieren om de tuin te leiden. Die ruiken dan gewoon hooi in plaats van een hond vlak in de buurt. Een boerenzwaluw [ Hirundo rustica L. ] scheert rakelings over de grond. Ik vraag me of , omdat de insecten , dus ook de zwaluwen nog zo laag boven de grond vliegen wat ik van de weersverwachting hier moet denken voor vandaag. Vanavond houden we hier in Onderdendam een Midzomerwandeling. Er was stralend mooi weer aangekondigd maar nu is het erg bewolkt. In de verte wordt een stipje op het pad steeds groter. Nantske die voor me loopt zoek ik op en posteer haar naast me . Groet de Onbekende Fietser 7.0. in het voorbijgaan. Hij zit nu gekleed in een zwarte trui in stayerszit op zijn fiets. Handen in de beugel op het stuur, gebogen rug; het is een grote man. Knikt en groet : ‘Goedemorgen …’. Ik kijk hem na, naar die machtige dijen die meters wegmalen. Hij wordt al snel een stuk kleiner, tot hij helemaal verdwenen is. Ver weg in het zuidoosten laat een kraai weten dat hij in de buurt van de Drie Boompjes zit. Dat is helemaal op de hoek van de Kardingemaar. En nog een keer is zijn positieroep te horen. Een donker gekleurd geluid, zelfs voor een kraai. Het wekt de interesse van een stuk of vijf kraaien die op de met landbouwplastic afgedekte kuilbult van Harm van der Giezen zitten. Ze houden op met elkaar te ‘ spelen ’en luisteren gespannen. Hun reactie wacht ik niet af. Ben inmiddels op mijn keerpunt aanbeland, de ree van herenboerderij de Haver. Draai me om, roep Nantske en ga op de terugweg. Rabobank De mistbank in het oosten strekt zich nu verder uit richting het westen en noorden. Vanaf de wierde Onderwierum, zeker zeventien honderd vijftig meter hier vandaan hoor ik een koe wanhopig loeien. Mogelijk een kalf gekregen en daar inmiddels van gescheiden. Ondanks de lage mist heeft de zon in het oosten toch aan kracht gewonnen. Het straalt en schittert boven de mist uit. Ik hoor scholeksters weer actief worden. Vanuit de wei links en de wei met ‘het Bultje ‘,komen ze samen. Drie vogels die nog harder gaan schreeuwen tijdens het vliegen. Ze lijken misschien nog wel het meest op een groep sporters die voortdurend een yell laten, of zachtmoediger op wandelaars die liedjes zingen tijdens de Vierdaagse om de moed erin te houden. Toen ik zag hoe een van hen opvloog uit de wei met de wierde, ontdekte ik op een van de oostelijke flanken van die woonheuvel een haas die rechtop zat en verwonderd om zich heen keek. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Het is geen toeval dat ik aan het prakkezeren sla. Gelezen een ANP –bericht gebaseerd op een interview in het dagblad Tnouw met topman Wiebe Draijer. De coöperatieve Rabobank , de geldverstrekker bij uitstek van agrarisch Nederland ‘ vindt dat de krimp van de veestapel geen doel op zich moet worden in de plannen om de stikstofuitstoot omlaag te krijgen. Vorige week maakte het kabinet bekend dat de stikstofuitstoot in sommige gebieden tot wel 70 procent omlaag moet vanwege nabijgelegen natuurgebieden, wat betekent dat daar waarschijnlijk veel boeren weg moeten. Volgens Rabobank valt niet te ontkennen dat er iets gedaan moet worden aan de stikstofuitstoot, waar de landbouw voor een groot deel verantwoordelijk voor is. “Het landbouwbeleid heeft een te grote impact op onze natuur en kent een overschrijding van nationale en internationale normen. Het is dan ook in de basis goed dat dit kabinet meer duidelijkheid geeft over de stikstofaanpak”, verklaart topman Wiebe Draijer. Maar Rabobank vreest dat bij de ingrepen voor natuurbehoud de nadruk te veel zal liggen op het verminderen van het aantal dieren in de veeteelt. De bank benadrukt in een persverklaring dat die krimp niet groter moet zijn dan strikt noodzakelijk. Bovendien is het “ambitieus” om zulke ingrijpende plannen voor de landbouw binnen slechts één jaar rond te krijgen, zoals minister Christianne van der Wal (Stikstof en Natuur) wil. Draijer zegt ook de emotie te voelen die de kabinetsplannen oproepen bij boeren. Rabobank stelt dat ook andere sectoren moeten bijdragen aan de oplossing van het stikstofprobleem, zoals de industrie en de luchtvaart. Ook zou voor de boeren die nog wel door kunnen, duidelijker gemaakt moeten worden hoe ze nog wel een gezond bedrijf kunnen runnen. In een interview met Trouw stelt Draijer een uitruil voor tussen boerenbedrijven zonder opvolgers in gebieden waar het stikstofprobleem niet zo nijpend is en boerenbedrijven die wel verder willen maar dicht bij bedreigde natuur zijn gevestigd. In hetzelfde gesprek erkent hij dat het verminderen van het aantal boerenbedrijven Rabobank financieel zal raken. “Als er minder boeren zijn, hebben wij minder inkomsten.” Vuilnisbelt Met opzet heb ik dit bericht, dat ik vond op de site www.transport-online.nl in zijn geheel hier afgedrukt ,omdat het zo scherp de lood om oud ijzer manier van denken illustreert van mensen die dit land de afgelopen decennia juist vorm hebben gegeven. Wat Draijer feitelijk wil zeggen is dat de urgentie uit de stikstofaanpak moet. En zijn woorden maskeren bovendien de schuld die het bedrijf zelf heeft als aanjager van de intensieve landbouw. Met desastreuze gevolgen voor niet alleen de schaarse natuur in ons land. Eerste doel van dit interview is twijfel zaaien over de aanpak en vooral de vaart uit de boel halen. En daarmee het front verbreden van het boerenprotest. Het tekent de politieke chaos die er op dit moment in Nederland heerst. Alle betrokken partijen gaan allereerst voor de belangen van hun eigen toko : , de bank voor zijn uitstaande schulden, de boeren voor hun koeien, de toeleveringsbedrijven in de agrarische sector voor hun belang. Dat wil zeggen dat de bovenliggende vraag, hoe houd je Nederland schoner en meer leefbaar voor toekomstige generaties volledig weer ondergesneeuwd wordt. Dankjewel, land van kruideniers dat zijn achterkleinkinderen een vuilnisbelt achterlaat om op te wonen. Want dat is wat er gaat gebeuren……………………… ( Wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al de zevende jaargang van de ‘De winkelhaak. Nieuws