LEENS – De verhuizing van de Oekraïense vluchtelingen van Leens naar Ulrum en Eenrum is de vrijwilligers in Leens in het verkeerde keelgat geschoten. “Bij ons als Leensters heerst in ieder geval het gevoel dat wij als dorp samen met de gemeente een betere oplossing hadden kunnen vinden waarbij ze niet weer naar een ander dorp zouden hoeven verhuizen,” aldus een verklaring van Durkje Reker en Pieter Boneschansker namens de Protestantse Gemeente Leens-Mensingeweer, Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt Leens, Vereniging Dorpsbelangen Leens, Samenwerkende Verenigingen Leens en de Ondernemersvereniging Hogeland West. Het gemeentebestuur zegt in een reactie: “De woningen worden op korte termijn gesloopt. Dat is niet terug te draaien. In Leens zijn geen alternatieven voorhanden.”
Oekraïense vluchtelingen vonden eindelijk rust, nu moeten ze weer verhuizen naar ander dorp. Half april mochten wij in ons dorp 5 huishoudens uit Oekraïne verwelkomen die vanuit Warfheem werden overgeplaatst. Het was duidelijk dat de woningen in Leens in principe als tijdelijke oplossing werden aangeboden. Wij hebben de verwachting gehad dat deze periode verlengd zou kunnen worden of gebruikt zou worden om een permanentere oplossing in Leens te vinden, aldus de verklaring.
“De vluchtelingen lijken de verhuizing gedwee te zullen ondergaan. Bij doorvragen wordt duidelijk dat opnieuw verhuizen, weer uit een omgeving weg, weer afscheid nemen van de nieuw opgedane contacten, weer een andere slaapomgeving voor de kinderen en het weer inleveren op privacy veel stress met zich meebrengt. Wanneer je moet vluchten uit je eigen land, veelal als incompleet gezin dan heb je naast een bed, eten en een douche ook rust nodig. Daarnaast moeten ze de kans krijgen om iets op te bouwen op de tijdelijke plek waar ze zijn,” zo stelt men. “De Oekraïners bouwen inmiddels een sociaal leven op in Leens. De kinderen gaan in het Leens naar school en zwemles. Een aantal volwassenen volgt hier Nederlandse les, ze gaan naar de kerk en een aantal mensen zijn in Leens aan het werk. Dan lijkt het ons goed om ze niet weer te verplaatsen van dorp. Wij hadden gehoopt dat Gemeente Het Hogeland hier meer aandacht voor zou hebben. Door ze weer te verplaatsen van dorp creëer je onnodige onrust voor deze mensen. Kennelijk zijn er bij de Gemeente Het Hogeland en Woningstichting Wierden en Borgen belangen die groter zijn. Bij ons als Leensters heerst in ieder geval het gevoel dat wij als dorp samen met de gemeente een betere oplossing hadden kunnen vinden waarbij ze niet weer naar een ander dorp zouden hoeven verhuizen.”
In een verklaring reageert het gemeentebestuur: “De Woningstichting Wierden Borgen en de gemeente Het Hogeland hebben alle respect en waardering voor de manier waarop de Leenster gemeenschap, maar ook alle andere dorpen, de Oekraïense vluchtelingen heeft opgevangen. Dat een verhuizing emoties oproept bij de vluchtelingen en bij de gemeenschap die ze heeft opgevangen, begrijpen we.
Bij het huisvesten van de vluchtelingen in Leens was echter al bekend dat dit van tijdelijke aard zou zijn. Dit is destijds ook aan de vluchtelingen en de organisaties meegedeeld. De woningen worden op korte termijn gesloopt. Dat is niet terug te draaien. In Leens zijn geen alternatieven voorhanden. Het schoolgebouw geschikt maken voor bewoning is op korte termijn geen haalbare kaart. Verder zijn tijdelijke woonunits niet op korte termijn te realiseren. Die units zijn erg moeilijk te verkrijgen. Verder moet onder andere infrastructuur worden aangelegd en er moeten vergunningsprocedures afgewerkt. Dat kost helaas te veel tijd.
Het spreekt voor zich dat we de vluchtelingen vastigheid willen bieden en het aantal verhuizingen zo beperkt mogelijk willen houden. Gelukkig zijn we er nu in geslaagd om de Oekraïense gezinnen uit Leens een meer stabiele en duurzame huisvesting in Ulrum en Eenrum aan te bieden. We hopen natuurlijk dat de banden die tussen Leens en de Oekraïners zijn ontstaan ook in de nieuwe situatie worden voortgezet en dat ze in Eenrum en Ulrum net zo warm worden ontvangen als in Leens,” zo zegt het gemeentebestuur./BM
