28 juni 2022 Onderdendam ( Gr. ) Dinsdag 28 Juni 2022 , 05u30 ( Zomertijd ): “ ZZO- wind. Windkracht 1. Grotendeels helder. De blauwe lucht maakt, omdat het gisteren de hele dag zo donker en dreigend was, meteen de meeste indruk. Maar in het noorden vertoont zich toch ook een eerste wolkenbank. Nota bene met een witte kopwolk in het midden. En later tijdens de wandeling zullen de losse wolkenflarden die nu her en der hangen, zich ontwikkelen tot een los-vast dek van schapenwolkjes, dat zich steeds verder over de hele hemelkoepel uitbreidt. Met onze hond Nantske sta ik op het houten bruggetje over het Boterdiep vol genot naar de lucht te kijken. De zon is al twee en twintig minuten op. De zonnestralen spelen met de blaadjes van de meidoornhaag. De heg, die mijn wandelpad afscheidt van de weitjes die links naast de brug liggen. De blaadjes , nu donkere silhouetten, veroorzaken een stroboscopisch effect. De wind doet ze trillen en die beweging maakt dat het licht van de laagstaande zon af en toe geblokkeerd wordt. ‘ Hoe- wiet …hoe- wiet ..’,in de grote gele treurwilg [ Salix babylonica etcetera.L. ] begint een mij onbekende zanger aan een uitgebreide ochtendaubade. Het blijkt achteraf een fitis { Phylloscopus trochilus L. ] te zijn. Maar in de wijde omgeving is er geen soortgenoot, die antwoordt, helaas. Wel een houtduif [ Columba palumbus L. ] die op het dak van mijn buren Haike en Miranda zit te koeren. Ergens hoor ik in een van de achtertuinen van de huizen aan de Bedumerweg, wel een andere duif reageren. Is dat het vanochtend dan? Nee, heel voorzichtig beginnen huismussen [ Passer domesticus L. ] te tsjilpen in de heg rond ons huis. En bij Jelte en Marja Verbree kraait een van hun Australorp- hanen. Een prachtig geluid maakt die, laag en van een klank als een bronzen klok. Een ekster [ Pica pica L. ] lijkt iedereen uit te lachen met zijn gekrijs. Links van de brug tenslotte keft heel kort een meerkoet [ Fulica atra L. ]. Alsof we er aan herinnerd moeten worden dat er maar een is die op het water iedereen tot de orde roept. Maar om hem heen is niemand te zien. Geen geluid maakt overigens een boerenzwaluw [ Hirundo rustica L. ] die heel hoog, echt in het topje van de berk [ Betula pendula L. ] naast onze oprit balanceert op een hyper dun takje. En ik, ik vind dit wel meer dan genoeg als welkomstcomité. Ik daal het bruggetje af met Nantske die we gisteravond na het zoveelste bezoek aan de dierenarts, een plastic kap om hebben gedaan. Dit, omdat zij haar hele linkerlies aan het kaalplukken was. Ze lijdt aan slijtage van het heupgewricht. En als honden pijn voelen, gaan ze likken aan het vel daaronder om die te bestrijden. Even later zetten we onze eerste stappen op mijn wandelpad. Paardenvijgen Het is wat mistig aan de horizon. Een paard, ooit van wijlen de broers Nepperus, staat tot aan zijn knieën in de nevels in de wei bij Sieb- Klaas Iwema. Lijkt te dromen. Van Sieb- Klaas heb ik begrepen dat het paard heel autonoom is. Een understatement voor wat onder ons gezegd betekent volkomen onbenaderbaar. Behalve in de wintermaanden staat het paard, een Brabantse of Zeeuwse koudbloed, dag en nacht buiten. Dit soort trekpaarden doen mij altijd weer terugverlangen naar mijn kindertijd ruim zeventig jaar geleden. Toen wist ik nog exact tot in het allerkleinste onderdeel aan toe , hoe de tuigage in elkaar paste waarmee je dit soort paarden voor een boerenkar spant. Hoe vaak heb ik dat tegelijkertijd ook niet getekend. Trekkers bestonden niet eind veertiger jaren in ons dorp. Althans, ik heb ze bij geen enkele boer gezien. Naar die tijd kan en wil ik absoluut niet terug. Maar een ding is natuurlijk wel duidelijk. Een trekpaard is een stuk milieuvriendelijker dan zo’n kolossale trekker waar een boer tegenwoordig twee ton of meer voor neerlegt. Voorzien van zoveel toeters en bellen en GPS- systemen voor smart farming , dat alleen al de digitale systemen die erin verwerkt zitten, roofgoed zijn geworden voor Oost-Europese bendes. En de tractoren zijn door hun brede wielen inmiddels zo zwaar dat wanneer ze door ons dorp rijdenhet dubbel glas bijna uit de sponning trilt. Met weemoed denk ik dan aan de tijd waarin ik ademloos thuis voor het raam zat te kijken hoe mussen driftig op zoek gingen naar de laatste onverteerde korreltjes haver in de paardenvijgen op straat. Er was niemand in ons dorp die daar ooit een punt maakte van paardenhopen op de openbare weg. Kijk nou eens, hoe opvliegend men tegenwoordig reageert op vervuiling in de publieke ruimte. En natuurlijk we waren in Nederland toen niet met achttien miljoen mensen. Tegenwoordig is mijn geboorteprovincie zo verstedelijkt en ontzettend druk dat ik er geloof nooit meer zal kunnen aarden. Ik was er de afgelopen vrijdag en zaterdag nog. Lekker chillen In een fraaie, goed volgehouden V- formatie vliegen negen ganzen naar het oosten. Ze zijn te ver weg om ze nauwkeuriger te kunnen determineren. Mijn volwassen ‘Huis ‘- kraai [ Corvus corone L. ] zit weer op zijn vaste plek: de top van de meidoornstruik op de hoek. Vliegt op als ik afsla en richting het zuiden kuier. Zijn partner blijft nog even zitten. Vanuit de wei aan de overkant komt een blauwe reiger [ Ardea cinerea L. ] me tegemoet vliegen. Spanwijdte van de vleugels zeker twee en een halve meter. De zon schijnt me recht in het gezicht. Daardoor kan ik niet goed zien waar hij landt. Ik meen na een ruime bocht gemaakt te hebben, ergens in de wei met ‘het Bultje ‘. Een kraai vliegt me achterop op een hoogte van twaalf meter boven de wei van Voorheen Jarco Rozeboom. De partner van mijn ‘Huis ‘- kraai heeft inmiddels ook besloten dat het tijd wordt om op te krassen, vliegt op vanuit de meidoorn op de hoek en verdwijnt met de ‘Huis’- kraai in oostelijke richting. De blauwe reiger van zojuist zie ik ,in een flits, weer zitten naast de Oostersloot. Bij van der Giezen wordt op het erf een trekker gestart die aan een mengwagen is gekoppeld. De laatste neemt in de silo een grote hap ingekuild ruwvoer. Dat leid ik af aan het geluid van optrekken, bochten draaien en mengen. Zien kan ik dat allemaal nauwelijks. Daarvoor ligt de boerderij te ver weg van waar ik loop. De actie doet in ieder geval kraaien opvliegen. Dertien stuks zaten net lekker te chillen op het dak van de ligboxenstal. Vliegen nu verward rond met veel lawaai bij wijze van protest. Ik zie iets voor ons bewegen op een afstand van vijf en zeventig meter. Een grote haas [ Lepus europaeus L. ] steekt het pad over vanuit het grote perceel van Harm van der Giezen. ‘ Klabam ‘, het luchtpers- kanon gaat af. Daarna wordt het stil. De haas rent nog steeds voor ons uit, het pad af richting Bedum , steekt dan over. En verdwijnt in een perceel voorbij de ree van boerderij de Haver. Een minuut of acht daarna sta ik daar zelf . Draai me om en ga op de terugweg. Natuurlijke factoren Twee groepjes bergeenden [ Tadorna tadorna L. ], in totaal negen exemplaren, komen over op zeker honderd twintig meter hoogte. Over de Middelstumerweg schuift een trekker bijna stapvoets richting dorp. Een surrealistisch gezicht. Zo ver van de werkelijkheid van alle dag omdat trekkers van boeren en loonwerkers bijna altijd haast hebben. Alleen antieke exemplaren rijden soms in dit tempo. Dan schiet me door het hoofd dat dit mogelijk een soort bezemtrekker zou kunnen zijn die de weg schoon maakt voordat er iets gerepareerd gaat worden. Maar ook dat is niet logisch. Een boerenprotest- trekker dan? We zitten in een gebied, weliswaar op nog geen vijfentwintig kilometer van het Lauwersmeer en de Waddenzee. De stikstofneerslag zal hier mogelijk niet extreem hoog zijn maar dat zegt, wanneer je op het kaartje van de regering kijkt, ook niet zoveel. Of is de trekker bezig met een anti- boerentrekker- protest. Iets in de zin dat niet de grote bekken en de duizenden PK’s uiteindelijk zullen winnen, maar de zachte krachten van de Slow Farming –beweging. De beweging staat een anti-intensieve landbouw voor, die een grote rol toebedeelt aan meer natuurlijke factoren. Het lijkt me in afwachting van al het lawaai dat ook deze dag weer zal brengen, een mooi begin van een zomerse morgen……………………………….( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al de zevende jaargang van de ‘De winkelhaak ‘. Nieuws