Onderdendam ( Gr. ) Dinsdag 18 Oktober 2022, 06u10 ( Zomertijd ):

“ Z- wind. Windstil. Pikdonker en zeer mistig. Zoals meestal in een dergelijk geval zijn de spoorlichten van de brug in Bedum niet meer te zien. Maar dat geldt ook voor  de boot die dichterbij voor de keet  van Annemarie de Haan aangemeerd ligt. Met onze hond Nantske sta ik op het houten bruggetje zes meter boven het Boterdiep. Alles is vochtig aan de brug en om ons heen. Overal hoor ik het vallen van  druppels. Links richting het dorp is weinig van het centrum van Onderdendam te zien. Hoog boven me een maansikkeltje  dat verassend veel licht verspreid. Waarschijnlijk zit het zo in elkaar. De miljarden waterdruppeltjes waaruit de mist bestaat fungeren als even zo vele spiegeltjes, die het maanlicht weerkaatsen en daardoor de kracht van de maneschijn met een factor x  vermenigvuldigen. Zodra ik beneden ben en mijn wandelpad opstap kan ik daardoor een meter of veertig om me heen kijken. Een meerkoet blaft links van de brug in het donker. Het klinkt als een soort beschimping al zou ik niet weten waarom.

Dansende duivels

Ik mis oriëntatiepunten. De stallichten van boerderijen bijvoorbeeld ver weg in het oosten zijn van de aardbodem verdwenen. Ook de grond kan ik slecht zien. Dat betekent dus dat modder of glibberig , half verrot gras niet direct kunnen worden opgemerkt. Ik loop zo maar het gevaar een dikke smak te maken. Vrijwel direct dat ik ben gaan lopen, draai ik me telkens iedere vijf meter om . Dit om niet verrast te worden door een snelle fietser. Nantske trippelt een meter of vijf voor me met een rode flikkerende halsband om. Die zien ze in ieder geval wel. Mij niet. Ik draag geen licht omdat licht op je lijf  maakt dat de omgeving buiten het schijnsel van de lamp dan een ondoordringbare, zwarte massa wordt. Ineens doemt een meidoornstruik [ Crataegus monogyna L. ] op . Nu moet ik dus afslaan richting het zuiden, de Bedumerwijk ter Laan. Slechts met moeite kan ik de volgende meidoornstruik, vijftig meter verderop  onderscheiden  Het zicht is hier beduidend slechter. Er gebeurt nu iets vreemds met het landschap dat me anders zo overbekend is. Overdag  is het volstrekt geometrisch. De sloten zijn op een uitzondering na kaarsrecht, De percelen zo egaal, als maar mogelijk is,  in het heel licht golvende landschap. Nu is iedere hoekigheid verdwenen. De strakke belijning van de berm lijkt in softijs veranderd. Grond en hemel lijken van een en dezelfde  materie.  Struiken zien eruit als reuzenbollen breiwol. Eenmaal op het open stuk wordt het nog erger. Omdat nu iedere herkenbare vorm ontbreekt,  lijkt het alsof ik zweef. Zelfs de grond is niet meer zichtbaar door de mist. Zo moet de onderwereld in de verhalen uit de Klassieke Oudheid er hebben uitgezien. Een akelig schimmenrijk. Angstaanjagend ook door het ontbreken van ook maar enige actie. Totaal anders dan de mij zo vertrouwde Rooms Katholieke hel. Die met zijn vlammen en witgloeiende massa nog het meest leek op het inwendige van onze kolenhaard waarvoor ik schoon gewassen zat in mijn pyjama op zaterdagavond om warm te blijven voor ik de ijzig koude slaapkamer inging. En letterlijk de duivels grijnslachend rond zag dansen.  Ik probeer weer om me heen te kijken. Een wollig hoopje rechts moeten de twee appelbomen zijn. Betekent dat ik nog maar twintig meter van mijn keerpunt verwijderd ben, de ree van herenboerdij de Haver. Dat er überhaupt zo’n boerderij bestaat, valt af te leiden uit een lichtje dat erg veel moeite heeft door de mist heen te prikken. Ik kom op mijn keerpunt aan, draai me om en ga op de terugweg.

Magneetbaan

Kom Nantske weer tegen, die zojuist even uit beeld was. Dat is me ontgaan. Ik moet echt zorgen dat ze voor me blijft lopen. We passeren weer de wilde appelbomen die nu meer op suikerspinnen lijken. Kijk nu in het donker voor me uit en zie wat bewegende puntjes. Dat moeten de koplampen van auto’s zijn op de Middelstumerweg. Het ziet er onthecht uit . Alsof je uitsluitende beweging ziet en niet meer hoe die tot stand komt. De mist dempt ook ieder motorgeronk. Je krijgt dus de indruk alsof niet de ontbranding van benzine of diesel de Onzichtbare Bestuurder daar voortstuwt maar een nieuwe nog onbekende kracht. Een soort magneet of iets dergelijks. Maar de Magneetbaan was toch afgewimpeld indertijd, zoals heel veel logistieke oplossingen om de drukke en benauwde Randstad te verbinden met het Noorden waar nog ruimte om te bouwen over is. En waar je dus in een handomdraai een woning kunt realiseren. Dat was nog het idee voor de zware aardbeving bij Huizinge in 2012.

Verpleegstershaaien

Sindsdien heeft zich als niet meer te verwijderen kauwgom op de stoep een soort van vergadercircus vastgezogen aan onze beschadigde huizen. Het leek zo gemakkelijk. Je neemt de toestand in een huis op, kijkt naar hellingsvlakken en scheuren in dragende muren en vloeren en maakt een rapport op, Het tegendeel gebeurt. Al die zogenaamde deskundigen die zich op je beschadigde pand storten. Het lijkt wel kleefkruid. Steeds meer typen en instanties breken zich het hoofd over het Wezen der Scheur. Als Middeleeuwse scholastici die bezig zijn vanuit het ongerijmde  een nieuw Godsbewijs te destilleren. Herstel en versterking bij een boerderij van het voorhuis en een  kapschuur uit de negentiende eeuw kan door alle beroepsprocedures over en weer zo maar tien jaar of langer duren. Totdat door tussentijdse aardbevingen het bedrijfsgebouw zo verkruimeld is dat het beter afgebroken  kan worden. In het Gronings aardbevingsgebied staan 287.000 woningen. Daarvan hebben naar schatting 100.000 schade, de meeste waaronder wij meerderde keren schade, zo is vastgesteld op enig moment.  In hun waanwijsheid heeft men berekend dat 27.500 daarvan ook echt versterkt moeten worden. Dat laatste is gebaseerd op een risicoschatting waarbij het aantal aardbevingen heel snel afneemt. Mooi geschat, maar de werkelijkheid laat het tegenovergestelde zien. Het beeft steeds vaker en intenser. Langzamerhand vraagt een mens zich af wat de meerwaarde is van al die heren met hun puntschoenen en rapportjes die het merendeel van het beschikbare schadegeld opsouperen met hun deliberaties. Voor de zoveelste keer worden mensen die toch al scheel kijken van de angst genaaid door een stel professionals , die hard lachend over de A28 of A7 naar de Randstad terug zoeven in hun leasebakken. Een dikke portemonnee aan ons verdienend. Verpleegsterhaaien dat zijn het. Niet meer en niet minder…………………………………………….. ( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen.

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !