Boeskool 27 februari 2023 Het ensemble van de drie Groninger zangers strijkt neer in een seniorencomplex. Hun optreden is toegankelijk voor iedereen, al zijn het met name bewoners die van de muziek genieten met een glas wijn of een pilsje binnen handbereik. Een in fleece gestoken stel van buiten komt laat de ruimte in en verbaast zich erover dat alleen helemaal achterin nog stoelen onbezet zijn. ‘Holden al dij oldskes nou de stoulen bezet?’ kletsen ze door het openingsnummer heen. Na enig geschuifel en gesleep ploffen ze neer. Op luide toon bespreken ze de inhoud van de liedjes en de vormvastheid van de zangers – of in hun optiek het gebrek daaraan. Mensen friemelen aan hun gehoorprotheses en werpen veelzeggende blikken naar achteren. Het fleecekoppel slaat er geen acht op. ‘Kist wel goud zain?’ vraagt hij aan haar. ‘Nou, nait haile best. Dij veur mie wiebelt zo.’ ‘Och hirrek, dij mit dij aldernoaste dikke bollekop?’ ‘Joa man, n kop as n boeskool en din ook nog moraal hìn en weer hippen.’ Degene die voor hun zit – die met het klaarblijkelijke hoofd als een kool – krijgt het zichtbaar telkens benauwder. Na de pauze is de stoel voor het fleecestel leeg. ‘Hier zat toch krekt nog ain?’ ‘Joa, dij mit dij dikke kop!’ ‘Doar begriep je toch niks van, geld neerleggen veur n koartje en din nait t optreden oetzitten?’ Ingeborg Nieuws