Dat langeafstandsrelaties in theorie best kunnen werken, maar dat in de praktijk één levensgroot detail het slagen ervan nogal eens in de weg staat: de lange afstand. Wanneer bij nacht alles erger lijkt, je een deuk in je matras woelt en de afstand van jou tot je lief als een mantra resoneert in je brein. Met prikkende ogen van de slapeloosheid concludeer je dat het zo toch niet kan.
‘180 kilometer en ik hol zoveul van die. En elke meter dij ik òfleg brengt mie dichter bie, bie die.’ Bert Hadders zong erover, begeleid door zijn nozems. Laifdesverdrait in het Veenkoloniaals, dat hakt erin.
En die 180 kilometer, dat is zo ongeveer de afstand van Groningen-Stad naar Amsterdam. Die afstand werd glansrijk overwonnen, met veel mooie noordelijke toneelinitiatieven tot gevolg.
Ingeborg
