De Wakkerman Jaargang 1 Blog + Cartoon (005)

Versnellen

Goed voorbeeld doet goed volgen. Nou, moet ik eerlijk toegeven dat ik zelf een heel slecht voorbeeld ben, als  het over versnellen gaat. Dus wie nu stopt met lezen, heeft volkomen gelijk. Terwijl de kinderen bij ons in de buurt allang probeerden te fietsen, of te steppen, -mits voorradig, ik spreek hier over het jaar 1946-, kon ik op de leeftijd van drie jaar zelfs niet eens lopen.

Ik werd onderzocht op enige vorm van invaliditeit maar behalve Engelse ziekte oftewel rachitis kon men geen verklaring vinden voor de weigering  mij te willen verplaatsen. ‘Hij is ook niet achterlijk’, zei onze huisarts, Dokter van Glabbeek. We spreken hier over een tijd dat dokters nog gewoon naar kinderen keken en meteen zagen wat er aan de hand was. Zonder ook maar enige test te doen. Kom daar nu eens om in de totaal vastgelopen Jeugdzorg.

F-35

Wat heb ik dan in die drie, eerste jaar van mijn leven gedaan? Alles om me heen tot in het kleinste detail observeren. Ik was een kijker. Daar heb ik nu nog plezier van. Versnellen is dus niks voor mij. Ik loop niet, ik kuier. Maar totaal tegenstrijdig droom ik er nog steeds van om als tweede vlieger in een F-35 op te stijgen vanaf vliegbasis Leeuwarden. Ieder mens heeft kanten die hemzelf het meest verbijsteren. Snelheid dus, de vraag is vandaag aan de orde: Is dat de pest van deze tijd?

Duurzame luierbroekjes

Ja, roep ik in koor. En ik zou het nog blijven roepen als ik met dat standpunt helemaal alleen zou blijken te staan. Baby’s in de buik lopen tegenwoordig al kans een burnout te krijgen omdat de moeder 24/7 aanstaat. Wil niks missen in de groepsapp van vriendinnen, ook aanstaande moeder. En dus wordt er een etmaal aan een stuk gemiept over ieder pijntje of zuchtje. Of waar je het best volkomen steriele navelbandjes het meest voordelig kan inslaan. Of duurzame luierbroekjes die geen uitslag veroorzaken. Zou het een zegen zijn als niet iedereen alles zou willen weten van tevoren? Ik roep maar wat..

Niet eens een Legofanaat…

Stel: ik krijg in mijn huis een balk op mijn hoofd na een aardbeving van 4.5 op de Schaal van Richter. Dat is helemaal niet uitgesloten hier in Groningen. Ons huis is gebouwd in 1890 om te functioneren als een gerechtsgebouw met muren van bijna veertig centimeter dikte en een dak dat geschraagd werd door balken waar je U tegen zegt. Ik verwacht dat ik dat waarschijnlijk niet zal overleven. Nu zou je verwachten dat in deze hypersnelle tijd zelfs een kind in een oogopslag zou kunnen zien- het hoeft niet eens een Legofanaat te zijn-dat je vanuit de fundamenten een ijzeren bewapening moet aanbrengen, die onder de grond kruislings met elkaar verbonden wordt, om de nodige spanning te krijgen waardoor muren en dak het zeker tien minuten houden tijdens een beving zodat Geliefde en ik de tijd krijgen om met wat familie- albums en een laptop naar buiten te rennen. Maar nee hoor.

Wachttijd

Gaat dat gebeuren? Welnee. Eerst moet ik met mijn DigiDe me aanmelden bij de website van het Instituut Mijnbouwschade Groningen [IMG]. He, dat rijmt. Vervolgens wordt mij de hemd van het lijf gevraagd. Of dit de eerste schademelding is? Nee, de vijfde keer. Oh! Dan is het wachten. En ja hoor, daar komt het antwoord per brief waar we om gevraagd hebben en per mail. ‘We hebben Uw aanvraag in goede orde ontvangen. Helaas kunnen we niet meteen reageren. De wachttijd bedraagt maximaal vijftien maanden.’ Zo….

‘Meer duurzaam materiaal’ 

Nu is de kans groot dat ik over vijftien maanden er niet eens meer ben. We zijn nogal aan de kwakkel de laatste tijd, Geliefde en ik. Stel dat dit het geval is en de man van het IMG komt eindelijk de boel inspecteren, dan kan het best zijn dat die naar het kerkhof achter ons huis moet en eenmaal staand voor de inmiddels ook al weer gescheurde zerk een foto maakt, zijn rapport schrijft zodat de nabestaanden over twee jaar vergast worden met de mededeling dat de scheur helaas niet vergoed kan worden ‘omdat men had kunnen voorzien dat gezien de intensiteit van de bevingen er andersoortig, meer duurzaam materiaal had kunnen worden aangewend zoals een dek van gevlochten wilgentenen. De natuurlijke uitstraling ervan had zeker niet misstaan gezien het feit dat de overledene zo geijverd heeft voor alles wat leeft en bloeit en ons altijd weer boeit.

Drs. Fop I. Brouwer (1912-1991) die zijn radiopraatje over de natuur bij de VARA altijd met deze woorden afsloot, draait zich om in zijn graf ……………………………(wordt vervolgd)

Kees Willemen (1943) journalist en (politiek) tekenaar woont al bijna dertig jaar op het Gronings platteland. Dat opgeteld bij de twintig jaar in het Brabants dorp waar hij opgroeide, zou je hem met enige overdrijving een plattelandsveteraan kunnen noemen. Driemaal per week bericht hij wat hij meemaakt in de zeer vroege ochtend. Zomer en winter bij storm en regen, krakende vorst en blakerende zon.

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !