Een zakje insectenbevorderendebloemenzaadjes

Ik kwam gistermiddag thuis, even een dagdeeltje lekker gevrijwilligd, mijn Madam kijkt me ijzig aan en voegt me lijzig toe: “Zo zo,  goed bezig. Lekker waardevol geweest voor de samenleving en je flink ingezet voor anderen, hè? En ook nog zelf geleerd en gegroeid in je vrijwilligerswerkje?”

Als Zij grammaticafouten maakt, weet je dat de rapen gaar zijn.

“Is er iets wat je met me wilt delen?” vraag ik volgens de regels van de non-directieve communicatie strategie want gewoon mededelen moet je tegenwoordig vervangen door delen, je moet echt overal op letten, hoor, als het over communiceren gaat. “Het is Nationale Vrijwilligers Dag,” zo deelt Ze. En of ik niet een presentje heb gekregen voor mijn gewaardeerde inzet voor de rest van de samenleving. Je bent toch de ruggengraat van de samenhang en verbinding, voegt ze er nog – laten we zeggen: sarcastisch – aan toe.

“Dank je, wat fijn dat je je gevoelens met me hebt willen delen,” zeg ik schaapachtig volgens de regels van de non-directieve communicatie strategie want je moet de ander ook bedanken voor het delen enzo.

Ach, die nationale vrijwilligersdag. Het was een traditie dat de mij favoriete wethouder op die dag me een aardigheidje deed toekomen. U kent dat wel, een zakje bloembollen, een kleine versnapering, een zakje insectenbevorderendebloemenzaadjes, keurig verzorgd door ons aller geliefde Centrum voor Vrijwilligerswerk met de groeten van de wethouder en de waardering enzo voor mij. Als vrijwilliger, dus.

Persoonlijk hecht ik daar niet zo aan hoewel ik alles wat mij in de geringste en de minste mate ten deel valt, altijd met dankbaarheid accepteer. Wat het is, maakt me niks uit, het gaat me om het gebaar van een beetje delen van waardering (en de benzinekostenvergoeding, natuurlijk).

“En wat gaan wij hier aan doen?” U snapt vast wel wie dit vraagt en als Zij wij zegt, bedoelt ze mij.

Manhaftig pak ik de telefoon en bel het Klanten Contact Centrum van de gemeente want die heb ik in mijn contactenlijst opgeslagen. De allervrindelijkste, beleefde en empathische mevrouw wil mij aanhoren maar ik stop ermee. Mopperen dat je geen vrijwilligerspresentje hebt gekregen, dat doe je toch niet? Dan maar het vrijwilligerswerkcentrum bellen. Ik hoor me al bitter klagen en eisen dat ik een presentje moet krijgen, nee joh, niet doen, gewoon laten.

Is er een beetje troost?

Jazeker. Ik staar uit het raam van mijn werkkamer (op 17 graden met dikke trui) en zie het hoekje in de tuin waar straks weer de tulpen zullen opkomen, het vrijwilligerspresentje van een paar jaar geleden. Zes rode tulpen. Waarschijnlijk het enige plekje in onze allergeliefde gemeente waar het in het voorjaar misschien toch nog hopelijk een beetje rood zal zijn.

Tijl Uilenspieghel

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !