Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 7 April 2022, 05u45 ( Zomertijd ):
“ZW- wind. Windkracht 6. Bij vlagen 7. Zwaar bewolkt. Zeer duister. Maar het is tot mijn verrassing wel droog, als ik met onze hond Nantske de straat oversteek en het bruggetje over het Boterdiep opklim. Daar wachten me een paar harde windvlagen. Gelukkig is het droog. Bij regelmaat heb ik vannacht, toen ik ging plassen, de regen tegen de zolderramen horen kletteren. Beneden in het kanaal stuwt de wind het water op. Het oppervlak rimpelt als de huid van een honderdjarige. Licht van de straatlantaarns wordt over de hele breedte van het kanaal met grote halen uitgestrooid alsof het om zaaigoed gaat. De grote , gele treurwilg [ Salix babylonica etcetera L. ] staat vol in de wind. Die giert door de takken, laat ze zwiepen over de leuning van de brug. De jonge, noch prille blaadjes stuiven in het rond. Het is meer dan schemerduister. Wel gloort er hier en daar een sprankje licht in het donkergrijze wolkendek boven me. Ik ga het bruggetje af. Kijk nog even achterom. Mijn hele straat is nog in diepe rust. Zet even later de eerste stappen op mijn wandelpad.
Nog niet helemaal hersteld
Het blijft een raadsel waarom dat pad in deze duisternis toch over een lengte van driekwart goed zichtbaar is tussen de donkere landerijen. Ook de sloot links weerkaatst nu gemakkelijk het weinige licht dat vanuit Bedum boven dat dorp hangt. Heel vaag komen toch wat toplichten van de drie windmolenparken aan de oostelijke horizon door het wolkendek heen. Links in de wei van Rozeboom snatert een wilde eend[ Anas platyrhynchos L. ]. Het geluid gaat de lucht in , dus vliegt hij op. Dan verplaatst het zich en komt zelfs dichterbij. Maar steekt op vijf meter hoogte het pad niet over. Sterft weg in de duisternis. Het begint te spatten. Ik voel de eerste regendruppels tegen mijn regenpak slaan. Al snel begint het stevig te regenen. Ik ben inmiddels bij de hoek aangekomen. En sla rechts af richting de Bedumerwijk ter Laan. Heb de harde wind nu pal op kop. En het is niet zo maar een harde wind, hij groeit al na een meter of vijftig lopen toe naar windkracht zeven tot zelfs acht. Ik moet nu oprecht hard aan het werk om ook maar een meter vooruit te komen. Geldt ook voor Nantske, die nog niet helemaal hersteld is van haar ziekte van gisteren. Normaliter zou onze hond zeer opgewonden raken van al die windvlagen. Gaan dollen op het pad achter rondvliegende rommel aan. En overgelukkig rondjes rennen in het natte gras. Maar nu komt ze maar moeizaam vooruit. Telkens moet ik even wachten tot ze me weer ingehaald heeft. Ik hou haar ook om een andere reden wat scherper in het vizier. Na de hoek heb ik haar vrij gelaten en ik wil absoluut voorkomen dat ze opnieuw in de berm op zoek gaat naar stukken vaste mest. Het is onduidelijk of ze daar ziek van is geworden. We lopen nu samen verder op het open, struikloze stuk. Heel langzaam slipt er licht door de wolken heen. De landerijen kan ik nog niet echt scherp zien liggen. Een eendenpaar dat ergens in de buurt van de sloot bivakkeert, vliegt met veel lawaai op, zodra we in de buurt komen. Zowel het mannetje als het vrouwtje zetten een keel op. Maar het zijn slechts vage schimmen die daar maar rond blijven vliegen onder veel lawaai. Ze worden overstemd door de wind. Het begint nu zo waar zelfs echt te stormen. Ik ben inmiddels aangekomen op mijn keerpunt, de ingang naar de ree van herenboerderij de Haver. Met zijn twee esdoorns [ Acer pseudoplatanus L. ] aan weerskanten. De storm geselt de takken van vooral de linker boom die vol in de wind staat. Ik draai me om, steek de wind mijn rug toe en ga op de terugweg.
Stikstofuitstoot
Het pad kan ik tot aan de hoek zien liggen. Meer ochtendlicht sijpelt het landschap binnen. Ook al kan ik er de vinger niet precies opleggen, wanneer exact. De storm geeft me een paar harde duwen in mijn rug zodat ik bijna tegen het beton klap. Nog op het laatste moment weet ik mijn evenwicht te hervinden. Nantske blijft nog steeds keurig voor me lopen. Ook heeft ze het nu met de wind in de rug iets minder moeilijk. Geeft mij de gelegenheid om eens te kijken naar de boerderijen ver weg , die nu opduiken uit de schemering. Ik zie nog weinig activiteit daar en herkauw intussen een uitspraak die ik vanochtend heel vroeg op Twitter las. Johan Vollebroek, die meerdere processen voerde tegen milieuvervuilers, zei daar iets in de trant van : ‘Als ik boer zou zijn , zou ik ook witheet worden als mijn bedrijf zou moeten stoppen, terwijl Schiphol en Tata Steel hun stikstofuitstoot ongestraft mogen verdubbelen. ‘. Ik kan er alleen maar aan toevoegen: dat is me uit het hart gegrepen, hoe zeer ik er ook van overtuigd ben, dat boeren toch echts iets moeten doen aan hun manier van landbouw bedrijven…………………………………………..( wordt vervolgd )
Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al weer de zevende jaargang van ‘ De winkelhaak ’.