Lancering serie boekjes over geslaagde Groningse vernieuwingen in de jeugdhulp

SAUWERD – Vrijdagochtend namen Tweede Kamerlid Wieke Paulusma en wethouder Karen Hansems van gemeente Het Hogeland in dorpshuis Ubbegaheem in Sauwerd het eerste exemplaar in ontvangst van ‘Groningen Groeit op – Over de Ondersteuner Jeugd en Gezin.’ Het boekje is het eerste van een serie waarin telkens een geslaagde verbetering van jeugdhulp in de provincie Groningen wordt uitgelicht.

Redactielid Peter Dijkshoorn: “Er zijn veel mooie ontwikkelingen in de jeugdhulp: vernieuwingen die tot een bewezen en blijvende verbetering leiden. Met de serie Groningen Groeit op willen we daar de schijnwerper op zetten, in de hoop dat het delen van de kennis erover tot navolging leidt.”

De eerste uitgave gaat over de Ondersteuner Jeugd en Gezin, een jeugdhulpverlener die aanwezig is in de huisartsenpraktijk en die direct, zonder wachttijden, ondersteuning kan bieden aan ouders of jeugdigen met hulpvragen. Wat nu landelijk heel gewoon is ontstond rond 2013 in de huisartsenpraktijk van Louis Gussenhoven in Sauwerd, kort daarna gevolgd door huisartsenpraktijken in Leek. Onder leiding van jeugdhulpaanbieders Molendrift en Accare werd het initiatief verder ontwikkeld en landelijk onder de aandacht gebracht. Inmiddels werken veel Groninger huisartsenpraktijken met Ondersteuners Jeugd en Gezin en zijn de ervaringen erg positief. Ouders en jeugdigen geven aan tevreden te zijn en verwijzing naar zwaardere vormen van jeugdhulp wordt vaak voorkomen door de inzet van de ondersteuners. In het Hogeland bijvoorbeeld hebben de ondersteuners bij ruim 60 procent van de hulpvragen genoeg aan vier contacten om de hulpvraag te beantwoorden.

Ook Marieke Boelhouwer, een van de onderzoekers die de inzet van de ondersteuners volgt, is enthousiast: “Vier contacten om een vraag succesvol te beantwoorden is uitzonderlijk weinig. In de jeugdhulp bestaan vrijwel geen trajecten van vergelijkbaar korte duur. We proberen nu te leren waarin dit zit. Krijgen we de vinger daarachter dan biedt dat een prachtig aangrijpingspunt voor een efficiencyslag in de brede jeugdhulp.”