22 juni 2022 Onderdendam ( Gr. ) Woensdag 22 Juni 2022, 05u45 ( Zomertijd ): “ N- wind. Windstil. Mist. De zon is al veertig minuten op. Door de mist vermenigvuldigt zich het zonlicht tot een krans van miljoenen kleine lichtjes. Als een obees die iedere dag weer net teveel heeft gegeten hangt de zon in de hemelkoepel. Nu al amechtig en het is nog zo vroeg. Vaag tekent zich tegen dat bleke licht het silhouet af van de meidoornhaag beneden. Die nu muisgrijs van kleur is in plaats van donkergroen. De hele wereld om me heen lijkt zich wel in de jas van Rudolf Steiner (1861-1925) te hebben gehuld. De antroposoof en alles- kunner en – inspirato, die als het om architectuur en vormgeving ging, niet hield van hoekige kanten. Het gebouw van de Gas- Unie in Groningen, daar beter bekend als de Apenrots , is er een goed voorbeeld van. Hij hield ook niet van primaire kleuren maar was verliefd op pasteltinten. Alles om me heen hier lijkt door de mist ook zijn scherpte te hebben verloren en heeft de doffe kleur van zachtgroen, teer blauw en muisgrijs. In de grote , gele treurwilg [ Salix babylonica L. ] zit een houtduif [ Columba palumbus L. ] te koeren. Er komt geen reactie van een tweede duif die ineengedoken zit op de schoorsteen, die uit het dak van de schuur van Jelte Verbree steekt. Wel van een soortgenoot in de toppen van de bomen op de speelwei van de familie Biermasz. De duiven lijken een soort van driehoeksrelatie te hebben. Ze reageren voortdurend op elkaar. Ook nog, wanneer ik al lang beneden ben. Met onze hond Nantske sta ik al een paar minuten op het houten bruggetje over het Boterdiep om me heen te kijken, voor zover dat tenminste mogelijk is. Door de mist zijn de lichten van de spoorbrug in Bedum niet te zien. Maar ook de boot die ligt afgemeerd tegenover de keet van Annemarie de Haan rechts van de brug is maar met moeite zichtbaar. En links is nog net een meerkoet [ Fulica atra L. ] met een kuiken rondjes aan het zwemmen. De haan van mijn bijna- buren Brenda en Geerlof Stavast begint te kraaien. Vol hoop dat andere hanen zullen invallen. Jammer, dat gebeurt helaas niet. Het heeft geen zin hier nog langer te blijven. En het is ook niet verstandig. Het is kil in de mist . Nog geen vijf graden wees het kwik vanochtend op mijn buitenthermometer aan. Mijn winterjas heeft Geliefde opgeborgen , maar dat zou geen luxe zijn geweest. Ik kom in beweging, loop de draden die een spin heeft gesponnen van de ene brugleuning naar de andere , kapot. Dat is op meerdere plekken het geval. Fantastisch klinkt dat. De brug is ruw geschat drie meter breed. Hoe doet zo’n beest zoiets? Kan die een dergelijke afstand met springen overbruggen? Kruipt die naar beneden en weer naar boven om vervolgens de draad strak te trekken?Ik vind het een wonder en heb ook na afloop en na lang zoeken op internet nog geen idee hoe deze beestjes dat voor elkaar krijgen. Ga naar beneden en zet mijn eerste stappen op mijn wandelpad. Jongvee op stal… Kijk om de hoek van de meidoornhaag of er soms al een fietser langs komt schieten, net als gisteren. Maar het pad is leeg. Geen mens te zien. Het is ook nog ruim voor zessen. Links op de rand van de wei zit een haas [ Lepus europaeus L. ] rechtop. Koestert zich in het eerste zonlicht. Zodra hij ons gewaar wordt, maakt hij dat hij weg komt richting het erf van Afke Lanting. Een kort salvo van hoge tonen. Ergens in het noorden roept een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ] naar een partner die in het oosten rondvliegt. Die reageert onmiddellijk. Dan regent het boodschappen uit twee scholekster- kelen. De betekenis van het ‘ rellen ‘, dat scholeksters doen en hun plezier in het eindeloos herhalen van hun roep heb ik helaas nog nergens kunnen vinden. De enige verklaring die ik heb is dat ze nog steeds kuikens hebben, blijven roepen om de band in stand te houden met hun partner en dat het lawaai dat ze maken ook een manier is om hun territorium te verdedigen tegen concurrenten. Een scholekster moet ieder dag de helft van zijn lichaamsgewicht aan voedsel binnenkrijgen. Dat is om en nabij twee honderd vijftig gram aan regenwormen, emelten, de larven van de langpootmug [ Tipula paludosa L. ] en andere bodemdieren. Door de mist heeft het weinig zin om ver om me heen te kijken. Het zicht is maar een kleine honderd meter . Vlakbij in de rand van de wei rechts ontdek ik de kruipende boterbloem [ Ranunculus repens L. ]. Net als witte klaver, vertakt hij zich via een wortelstelsel onder de grond. Gemakkelijk te onderscheiden van ander boterbloemsoorten door de wat lichtere vlekken op de bladeren. Twee zwarte kraaien [ Corvus corone L. ] vliegen uit in de mist. Op zeven meter hoogte laten ze even een contactroep horen naar elkaar. Ik hoor geluid van een auto achter me. Een wit blauw bestelwagentje van agrarisch uitzendbureau Ambiant doemt op uit de mist. Met mijn hond ga ik in de berm staan. Bijna stapvoets passeert de bestuurder en wuift. Verdwijnt dan snel om de hoek. De mist is zo dik dat ik onmogelijk kan controleren of de auto soms afslaat bij de boerderij van Harm van der Giezen. Het kan natuurlijk ook zijn dat hij op weg is naar het erf van Voorheen Jarco Rozeboom. Daar schijnt nog wat jongvee op stal te staan, terwijl Jarco al hoog en breed in Overijssel in de buurt van de Weerribben boert. Ik sla de hoek om en kuier richting Bedum. Vechtend om licht Een volwassen kraai, een van mijn ‘huis ‘- kraaien, vliegt op uit een van de meidoorns [ Crataegus laevigata L. ] in de berm. Scheert op vijf meter hoogte over de wei links en verdwijnt in noordoostelijke richting. Daar blijven ook scholeksters nog steeds ‘ pruttelen ‘. Ik blijf langzamerhand wat zenuwachtig achterom kijken. Ieder moment verwacht ik eigenlijk de Wielrenner met de Grote Gele Rugzak , maar het pad achter me blijft wonderwel leeg. Dan terwijl ik net Nantske’s poep heb opgeraapt, verschijnt hij onverwacht om de hoek, groet ‘Mogge ‘, slalomt langs onze hond , moet daarvoor wat afremmen en verdwijnt in de mist. Nog steeds met een veel kleiner rugzakje om met rode banden. Ik was intussen op zoek naar wilde planten tussen het hoge gras van de berm waar Kweekgras [ Elytrigia repens L. ] en Engels Raaigras [ Lollium perenee L. ] de boel domineren en min of meer verstikken. Tref toch nog een aantal planten aan zoals de felgele veldlathyrus [ Lathyrus pratensis L. ]. Kleine gele vlinderbloemetjes tussen het groen in een berm bespikkeld met het bruin van de verdorde aren van Engels Raaigras. Eigenlijk zou het bovenste deel van de berm, het meest voedselrijke stuk, eens afgeschraapt moeten worden om de overheersing van de stikstofminnende planten te verminderen. Ik zie ook veel meer brandnetels daar. Gekwaak klinkt. Een donker gekleurd wilde eenden- vrouwtje [ Anas platyrhynchos L. ] zit in de wei rechts en vliegt nu op . Nergens zie ik overigens kuikens. Ik moet wel op het pad voor me letten want uit de mist doemt nu een tweede fietser op. Het is de Onbekende Fietser 7.0. ‘ Goede Morrrgen ‘, klinkt het. Even richt de grote man zich op vanuit de beugel op zijn stuur en knikt. Het valt op hoe enorm groot hij is en hoe klein de fiets is waarop hij zit. Dan is hij al snel weer verdwenen. Ik ga verder met het inspecteren van de berm. Een grote pluk rode klaver [ Trifolium pratensis L. ] is met de grassen en het verdorde fluitenkruid aan het concurreren op zoek naar licht en is opgeschoten op ongeveer gelijke hoogte. Verderop weer een stel brandnetels [ Urtica dioica L. ] die al zaad gevormd hebben. Aan een van de bovenste blaadjes van de brandnetel hangt een Tweestippelig Lieveherenbeestje [ Adalia 2- punctata L. ]. Hun rode kleur is een signaal voor vogels dat het hier om een giftig insect gaat. Het beestje heeft alkaloïde in zich ‘dat smerig smaakt, maar ook echt giftig is ‘ [ aldus mijn Readers Digest- Vlinder en Insectengids uit 1996 ,pag.295 ]. Vanuit de mist klinkt schor het krassen van een kraai die zo te horen op het dak van de ligboxenstal van Harm van der Giezen zit. Zien kan ik hem niet net als de soortgenoot die op zeventig meter hoogte het pad kruist van de ene wei naar de andere. Op dat moment sta ik op mijn keerpunt , de ingang van de ree van herenboerderij de Haver. Draai me om en ga op de terugweg. Dringend advies De zon wint nu toch wat terreinwinst. Langzaam lost de mist op. Het schijnsel van de zon laat in de wei rechts de sporen zien van de trekker die een aantal dagen geleden hier kunstmest strooide. Bij de familie van Middelkoop begint een koe te loeien. Daar wordt zo te horen kuilgras gevoerd. Opnieuw beginnen scholeksters te rellen maar nu ergens in het westen. Het geluid verplaatst zich achter me naar het zuiden. Opvallend, ik heb nog geen tractoren van het loonbedrijf van Peter Wieringa gehoord. Zouden die ook op weg zijn naar het boerenprotest in het Gelderse Stroe. Een bijeenkomst die op het eerste gezicht een soort Boeren Woodstock lijkt te worden met 40.000 opgewonden boeren. Maar die een giftige angel in zich draagt die wel eens grote gevolgen kan hebben voor Nederland. Twee Tweede Kamerleden , Tjeerd de Groot van D’66 en Thom van Campen van de VVD hebben van de Nationaal Coördinator Terrorisme Bestrijding [ NCTB ] het dringend advies gekregen om niet naar het boerenprotest te gaan. Daar waren zij uitgenodigd om te komen spreken. Wel eens benieuwd hoe zo’n advies tot stand komt. Is in eerste instantie de waarnemend burgemeester van Barneveld, de 62-jarige Jan Luteijn [ SGP ] die Veiligheid in zijn portefeuille heeft degene die heeft gewaarschuwd dat hij niet voor hun veiligheid kon instaan. De veiligheid van nota bene Tweede Kamerleden die er een andere mening op na houden dan wat de samengeschoolde menigte meent te moeten denken? Trumpiaanse trekken Daarmee zijn we precies op het punt beland waarop het staatsbestel in Nederland kan gaan scheuren. En ons land Trumpiaanse trekken begint te vertonen. Een luidruchtige minderheid want boeren op een stel trekkers zijn echt niet het hele platteland, eerder minder dan een minderheid, wil geen ander geluid meer horen dan het eigen gelijk. En schiet als een soort van vuurpijl de ene overdrijving na de andere af. ‘Op deze manier wordt het platteland leeg geveegd’; ’Boeren vermoord om een stel plantjes ‘; Oorlog tussen stad en platteland ‘; ‘Burgeroorlog tussen de Staat der Nederlanden en de BoerenRepubiek ‘. Een minderheid , die zo kreupel als het kan zijn met beelden smijt over het platteland die uit de jaren vijftig of nog langer geleden stammen. Toen boeren cultureel en maatschappelijk nog echt de bepalende factor waren ook hier in Groningen. Nu bestaat de meerderheid van de bewoners op het platteland uit mensen die helemaal niets van hun doen hebben met de agrarische sector. Ik houd me maar vast aan die nogal zakelijke maar toch heel treffende definitie van het platteland van het Centraal Bureau voor de Statistiek : Platteland: “ Dit zijn de gemeenten met een relatief lage concentratie van menselijke activiteiten (wonen, werken, schoolgaan, winkelen, uitgaan, ontspanning etc.). Deze activiteiten worden uitgedrukt in de omgevingsadressendichtheid (oad). De oad is het gemiddeld aantal adressen per vierkante kilometer binnen een cirkel met een straal van één kilometer voor ieder adres. De oad van een gemeente wordt verkregen door het gemiddelde te nemen over alle adressen in een gemeente. Op grond van deze oad is aan iedere gemeente een stedelijkheidsklasse toegekend met voor dit artikel de volgende klassenindeling: Stedelijke gemeenten:met meer dan 1 000 omgevingsadressen per km2. Plattelandsgemeenten: met minder dan 1 000 omgevingsadressen per km2. “. Dus geen strobalen , zuipketen, Zwarte Cross –taferelen . Maar gewoon wellicht heel saai: postbodes die ZZP- er zijn, leraren, klussers ,werkers in de zorg, universitaire onderzoekers, digitale ondernemers, kunstenaars en specialistisch verpleegkundigen met een huis , misschien een moestuin met uitzicht op een of twee boerderijen in de verte. Waar een trekker van een loonbedrijf uit een ander dorp door de straat rijdt Dat is wat er te zien is op dat platteland van Caroline van der Plas van de Boeren Burger Beweging [ BBB]. Die zich vermomt als plattelandsromantica maar net zo’n huurling is van de export gerelateerde slachterijsector dan pluimvee- ophokker Bart Jan Oplaat , en eeuwig factotem Henk Bleker, nu weer als een duveltje uit een doosje opduikend als voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Melkveehouders. Mijn god, wat een stel schertsfiguren bij elkaar. …………………….….( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al de zevende jaargang van de ‘De winkelhaak. Nieuws