16 augustus 2022 Onderdendam ( Gr. ) Dinsdag 16 Augustus 2022, 05u25 ( Zomertijd ): “Z- wind. Windstil. Sowieso lijkt het wel of de hele atmosfeer tot stilstand is gekomen. Voor de helft is het bewolkt. Vooral in het oosten. Daar hangt een vrije hoge wolkenbank, loodgrijs van kleur. Over de kleuren vandaag valt wel wat te zegen. Alles wat je ziet is in pasteltinten opgezet. Daardoor lijkt het buiten wel een impressionistisch schilderij uit de negentiende eeuw. Qua geluid is het juist niet bepaald stil. Toen ik me om half vijf stond te wassen, hoorde ik de hanen in de buurt al kraaien, terwijl het nog stikdonker was. Nu is het schemerdonker. Toch begint, het lijkt wel voor de lol, de haan van Herma Venema op de hoek van de Mr. van Roijenstraat te kraaien. Het inspireert andere hanen om te reageren, o.a. die van mijn buurvrouw Marijn Sturing. Ik doe de voordeur achter me dicht, loop de Bedumerweg op , precies op het moment dat een Onbekende Fietser 10.0 passeert. Een man, eerder een jongen nog, met een bril op, korte broek, rugzakje, die richting Bedum rijdt. Hij roept : ‘Hoi..”We klimmen het houten bruggetje over het Boterdiep op. In het westen verzamelt zich opnieuw een groot wolkendek. In het noorden en oosten hangt nog steeds een stevige wolkenbank, die naar boven overloopt in een verzameling wolkenflarden waar de achterliggende hemel doorheen schemert, teerblauw. De wolken zelf zijn paarsblauw van kleur. Achter me passeert een auto. De straatlantaarns branden nog. Als ik naar beneden kijk het water in , is het eerste dat opvalt, de algengroei. Hier nog niet zo uitbundig als in de buurt van de Molentil, maar helemaal vrij van die piepkleine plantjes , kan je het hier ook niet noemen. Het water ligt er onbeweeglijk bij. Dat is te controleren aan de weerkaatsing van de straatlantaarns. Rechts drijven onbeweeglijk een paar schijfjes licht op het water tussen de uitgebloeide lissen. Ik ga naar beneden, het bruggetje af. Begin al een beetje te wennen aan het schemerduister. De geiten rechts in de wei slapen nog. Alleen de reusachtige bok steekt zijn kop verbaasd uit een van de schuurtjes op wielen. Schudt dreigend met zijn kop. Een lange baard wiebelt op en neer onder de kin. Helemaal volgens de laatste mode bij hippe mannen. Even later zet ik mijn eerste stappen op mijn wandelpad, Laat Nantske van de lijn. Te verbluft Alles geurt naar frisheid. Het heeft iets geregend. Achteraf zat er nog geen halve millimeter in onze regenmeter. Maar ik ben er dankbaar voor. Het bespaart me een uitgebreide klus. De moestuin van mijn Geliefde uitgebreid plant voor plant water geven. Nantske eenmaal van de lijn , begint onrustig op en neer te lopen, steekt de neus in de lucht. Maar het lijkt wel of ze de geur van ( iets? ) net niet te pakken kan krijgen. Ik waarschuw haar bij me te blijven. Dan ineens stuift ze toch achter mijn rug de ree van Annemarie de Haan op. Ik schreeuw haar terug. Ze luistert, maar het gaat niet van harte. De lapjeskat, want die is het, maakt zich uit de voeten. Hoog aan de zuidwestelijke hemel staat een bijna halve maan. En handhaaft zich daar goed tussen de wolkenflarden. De eerste vrachtauto van deze ochtend passeert . Met zeker meer snelheid dat de verplichte dertig kilometer binnen de dorpsgrens. Verder nauwelijks enig geluid. Ook niet van vogels. Dan ineens vliegt een wilde eendenpaar [ Anas platyrhynchos L. ] uit de sloot links van het pad. Ik ben te verbluft om echt te schrikken. Net als bij de jonge, blauwe reiger [ Ardea cinerea L. ], die direct daarna opduikt uit het riet op de hoek van de Oostersloot. Hij grauwt wat als hij opstijgt. Verliest even het evenwicht, komtdan weer goed te liggen op de wind en verkast naar de scheidingssloot tussen de wei links en de percelen daarachter die André van der Schans in gebruik heeft als grasland. Gefrustreerd blaft Nantske haar wat na. Tegen blauwe reigers kan zij weinig uitrichten. Maar goed ook, want blauwe reigers hebben scherpe snavels. Ik sla de hoek om en kuier richting Bedum. ‘ Wanhopig ‘ Misschien dat daarom onze hond bij wijze van compensatie de wei links in rent waar ruim een week geleden drijfmest is uitgereden. Door de hitte van de afgelopen dagen is die wel verdroogd tot een soort harde koek. Met veel wellust rolt ze zich in de wei met zijn harde sprieten. Dat alles om dood haar kwijt te raken. Maar ook een instinctief gebaar wat honden sinds hun oorspronkelijke wilde staat maken. Zich insmeren met een geur die prooidieren in de war moet brengen. Ik ren de wei in en eenmaal bij haar, commandeer ik haar het pad op. Ga een paar keer met mijn hand over haar rug om te controleren of ze heel erg is gaan stinken naar mest. Het valt gelukkig mee. Ik ruik niks. Een koe loeit wanhopig in de grote ligboxenstal van Willem Wijlhuizen op Onderwierum. Natuurlijk is ‘ wanhopig ’ een menselijke projectie. We zijn inmiddels al bij de eerste dam aanbeland. Op de hoek rechts maakt een zwart- witte kat zich zo klein mogelijk in het gras. Nantske heeft echt niks in de gaten. Is aan het snuffelen in de berm aan de overkant. Ver weg rechts in de stal van Willem Wijlhuizen licht een schijnwerper op. Daar worden de koeien gevoerd. Dat gebeurt ook op het erf van Voorheen Jaco Rozeboom, twee kilometer naar het zuiden. Ik ruik de geur van zuurzoet, vergist kuilgras dat de wind meevoert. Ben dan net bij mijn keerpunt aangekomen, de ingang van de ree van herenboerderij de Haver. Draai me om en ga op de terugweg. Slecht muizenjaar? Onze hond kan maar niet genoeg krijgen van het rollen in het gras. Stort zich links in de verhooide berm. De heel dunne nevel die aan de kim zichtbaar was in het noorden, komt nu deze kant op. De kat van zojuist vind ik terug, nu verderop in de wei. Waar ze op jacht is naar muizen. Het valt me op dat er weinig muizenholletjes in de percelen te zien zijn dit jaar. Is dat de reden dat ik zo weinig torenvalken hier zie momenteel ? Die jagen overdag. Heb er nog maar twee keer een gezien. Ik kijk eens verder om me heen. In het westen en zuiden is de lucht volkomen wolkvrij. Dat geldt niet voor het oosten. Daar worden de wolkenbanken alleen maar hoger. Muisgrijs zijn ze. Wellicht compensatievoor een slecht muizenjaar? Ter hoogte van de aalscholverbomen klinkt het schurende geluid van een blauwe reiger. Er beginnen meer automobilisten de weg op te komen. In een minuut tel ik tien auto’s en een paar vrachtwagens . Het is nog niet eens zes uur. De bestuurders hebben duidelijk een tropenrooster. Zwarte kraaien [ Corvus corone L. ] verschijnen. Althans ik hoor er een paar naar elkaar roepen. Twee keer klinkt ergens een positieroep . Direct reageren een paar kraaien die in de aalscholverbomen de nacht hebben doorgebracht. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. Huid In mijn ooghoek zie ik iets wits bewegen. Geen idee vanwaar hij is gekomen, maar boven de tweede wei van André van der Schans draait een Grote Zilverreiger [ Egretta alba L. ] een paar rondjes op tien meter hoogte. Daalt dan en landt in de scheidingssloot. Niet ver van de plek waar een blauwe reiger doodstil aan het jagen is. Hoewel hij groter is, kiest hij er toch voor om te verkassen. ‘ Ga toch gewoon verhuizen’, dat is soms iets wat tegen Groningers in de aardbevingsregio wordt gezegd. Vooral door mensen, die niet alleen geen idee hebben hoe mooi het hier is, maar ook geen gevoel hebben voor de omgeving waarin ze wonen. Hier hebben bewoners nog een sterke band met elkaar in de dorpen. Dat geldt ook voor nieuwkomers zoals ik. Hier met de Geliefde komen wonen, 4 Mei 1995 . Men voelt een sterke betrokkenheid bij het dorp en de buurt waarin men woont. Kent de mensen om zich heen. Vaak tot in meerdere generaties. Anders dan in de Randstad waar mensen veel meer de neiging hebben om telkens weer te verkassen naar de volgende anonieme buurt. Dat is een belangrijke verklaringsgrond waarom de aardbevingen zo diep hebben ingehakt in de psyche van de Groningers.’ Je huis is namelijk je huid ‘. Die uitdrukking betekent hier nog iets. ……………………………………………( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws