Cato de Oude en Bernd de Jong 14 september 202214 september 2022 Zo’n gemeenteraad, het is ook wel de plek om wellevend, met gepast gevoel voor humor te spreken. Laten we wel wezen, schelden is gemakkelijk. Met gerafinneerde woordkeus, daarin onderscheidt zich de ware politicus van de platte woordkramer. Ja, vorige week was Bernd de Jong, van de ChristenUnie, alweer zo’n fijnspreker. Aan het eind van een vlammerig betoog zei hij: “Overigens ben ik van mening dat het belang van de inwoners centraal moet staan.” Dit was de lichte verbastering van het Latijnse: Ceterum censeo Carthaginem esse delendam: “Overigens ben ik van mening dat Carthago vernietigd moet worden.” De zin waarmee de Romeinse senator Cato de Oude (234-149 voor Chr.) steevast zijn betogen beëindigde, waar het ook maar over ging, Het ging er om dat hij gewoon woest was op de welvarende en machtige stad Carthago, bijna recht tegenover Rome op de Afrikaanse kust en dus moest die plat. De strekking van deze uitspraak is dat dingen die belangrijk zijn voortdurend herhaald moeten worden. Wie, bijvoorbeeld in de publieke zaak, iets wil bereiken zal te pas en te onpas zijn boodschap moeten herhalen. En Bernd pakt heel mooi deze oude zin op om krachtig – in de beste tradities van de welsprekendheid – zijn boodschap te formuleren. Wie wat verder heeft geleerd, herkent de zin als prachtig voorbeeld in de lessen Latijn op middelbare school waarin een spaghetti aan grammatica is verwerkt. Met het gerundivum (delendam), de alliteratie (ceterum censeo Carthaginem) en de accusativus cum infinitivo (Carthaginem delendam esse bij censeo). Het kan niet beter, met de welsprekendheid, in de huidige gemeenteraad./BM Nieuws