27 mei 2022 Onderdendam ( Gr. ) Vrijdag 27 Mei 2022, 05u35 ( Zomertijd ) “ WNW- wind. Windkracht 2. Half bewolkt. Veel wolken in het zuiden. Een begin van een wolkendek in het westen en het noorden. Een brede wolkenbank waar de zon achter verstopt zit, in het oosten. Met onze hond Nantske sta ik op het houten bruggetje met enige verwondering te kijken hoe snel de situatie aan de hemel nu verandert. Te danken aan de gure wind. Het is fris, amper acht graden. Mijn winterjas heb ik dus maar weer aangetrokken. Maar de kou gaat dwars door mijn dunne zomerbroek heen . Erg lang moet ik hier dus niet stil blijven staan. Twee woerden, wilde mannetjeseenden [ Anas platyrhynchos L. ] drijven beneden rond in het kanaal. Een ervan vliegt op en landt op de aanlegbalk rechts van de brug. Een scholekster [ Haematopus ostralegus L. ] zie ik vanuit mijn linkerooghoek uit een van de weitjes aan de overkant de lucht inschieten. Overigens zonder ook maar enig geluid te maken. Midden uit de kruin van de grote, gele treurwilg aan de overkant klinkt het koeren van een houtduif [ Columba palumbus L. ]. Gestaag gaat de duif daarmee door , gestimuleerd doordat een soortgenoot in een van de bomen op het speelweitje van de familie Biermasz steeds weer antwoord geeft . En er komt ook nog een reactie van een duif die op het dak van de schuur van Jelte Verbree zit, een van mijn bijna- buren. Dat trio houdt elkaar nog steeds aan de praat. Hele gesprekken lijken ze met elkaar te voeren. Alleen dat laatste klopt niet . Het is gebiedsgebonden gedrag wat ze laten zien. De mannetjesduiven geven elkaar de boodschap dat dit hun territorium is. En dat ze dat tot het uiterste zullen verdedigen. Vlak voor me in het water zwemt een fuut [ Podiceps cristatus L. ]. Duikt onder. Ik wacht niet meer tot hij boven komt. Vind het meer dan genoeg hier. Moet gaan lopen. Vooral ook om warm te blijven. Ik ga naar beneden, Nantske aan de lijn en zet mijn eerste stappen op het wandelpad. Word ik uitgelachen? Links op het pad lopen twee houtduiven. De mannetjesduif is er dus in geslaagd een vrouwtje naar zich toe te lokken. Ze vliegen op, zodra ze ons zien. Dan laat ik Nantske vrij. Het gras in de wei links is de laatste dagen al weer een stuk gegroeid. Ik schat dat het een centimeter of vijftien hoog staat. Het kost even tijd voor ik ontdek dat tussen het gras een vrouwtjeseend zit . Ze is uitstekend gecamoufleerd. Naast haar zie ik het mannetje. Een witte vlek op zijn borst verraadt hem tussen al dat groen. Niet zo handig om zo dicht bij het vrouwtje te blijven. Het wordt iets donkerder. De zon, die half er in was geslaagd om door een scheur in de wolkenbank te glippen , wordt nu door een pak heel dikke wolken aan het zicht onttrokken. Op vijftig meter hoogte vliegt een kokmeeuw [ Larus ridibundus L. ] me tegemoet vanuit het noorden. Op het einde van het eerste stuk van het pad schiet een mannetjeseend als een bliksemschicht uit de sloot links. Verdwijnt achter ‘het Bultje ‘in de wei aan de overkant. Een tweede meeuw komt van rechts aanvliegen op naar schatting zestig meter hoogte, Ik volg hem met mijn blik en heb daarbij ook zicht op de steeds donkerder wordende wolken die vanuit het westen komen aandrijven. Heb ik mis gegokt door er vanuit te gaan dat het wel droog zou blijven? Ik sla de hoek om en kuier richting de Bedumerwijk ter Laan. Op de weg rechts vanuit de berm met hoog opgeschoten kweekgras [ Alopecurus pratensis L. ] komen diverse zwarte wegslakken [ Arion ater L. ] de weg op kruipen. Het zijn nog jonge beesten, ongeveer een centimeter of vijf lang. Zwarte wegslakken zijn de vuilnismannen in de natuur, uiterst nuttig . Ze eten afgestorven plantenresten op. ‘ BAM- BAM-BAM…’, het luchtpers- kanon achter de boerderij van de familie van der Giezen knalt alweer drie maal. Zo te horen helpt het niet erg . Vogels houden geen seconde hun bek. Zoals de graspieper [ Anthus pratensis L. ] die rustig doorgaat met fluiten. Een wilde eendenvrouwtje maakt een rondje over de twee weiden links en rechts van het pad. Terwijl ik de vogel volg, heb ik Nantske even uit het oog verloren. Tot nu toe is ze keurig op het pad gebleven. Maar ik heb een drijfmestplasje daar over het hoofd gezien. Ineens begint ze zich rond te rollen op het beton. Ik commandeer haar onmiddellijk te gaan staan. Dat doet ze. Op haar linkerflank zit een grote strontvlek. Vloekend stuur ik haar voor me uit. De vrouwtjeseend verschijnt weer en begint aan haar tweede rondje. En ze komt terug voor een derde. Word ik door haar uitgelachen? Dat verbeeld ik me waarschijnlijk. Tegelijkertijd blijk ik zo ongeveer op mijn keerpunt te staan, de ree naar herenboerderij de Haver. Nog steeds mopperend, meer op mezelf dan op onze hond, draai ik me om en ga op de terugweg. Onderdendam- Casablanca De rechter esdoorn [ Acer pseudoplatanus L. ], staat nu ook in bloei. Zie ik, net voor ik me omdraai. De ‘ lampionnetjes ‘ hangen naar beneden en wiebelen in de wind. Rechts volgt een zwarte kraai [ Corvus corone L. ] , mijn eerste vanochtend, de loop van de Havertsetocht. Dan ineens hoor ik ganzen. Ik moet nu heel snel zijn, want ik zie ze eigenlijk niet goed. Ze vliegen recht op me af, een meter of tien. Zijn met zijn drieën. Schieten een meter of zes van me vandaan over het pad. Stom, ik ben te zeer verrast om goed te kunnen waarnemen wat voor soort het is. Ik gok op Canadese gans [ Branta canadensis ] omdat ze vrij donker zijn. In een paar tellen zijn ze achter de horizon verdwenen. Voor het eerst word ik geconfronteerd met hun vermogen een hoge snelheid te bereiken. Ze kunnen eenmaal in V- formatie snelheden van honderd km. of meer per uur behalen. ‘ Binnen een etmaal leggen ze tijdens de vogeltrek 2400 km. af ‘, lees ik op: https://www.nationalgeographic.nl/dieren/2020/12/vliegen-canadese-ganzen-in-de-winter-nog-naar-het-zuiden#:~:text=Vliegend%20in%20de%20welbekende%20V,bij%20jou%20in%20de%20buurt Dat is van hieruit naar de stad Casablanca in Marokko. Niet te geloven, zo snel … Schokkend nieuws Nog een keer draait het eendenpaar van zojuist een rondje over de twee weiden, links en rechts van het pad. Een jonge kraai, ik schat twee of drie jaar oud, vliegt me tegemoet vanuit het zuiden. Kruist het pad. Achter hem aan stuwt de wind een dik, donker wolkendek deze kant op. Maar helemaal met mijn gedachten ben ik niet meer bij deze vogels. Dat komt door het schokkende nieuws van een zeer recent onderzoek van Wageningen University Research [ WUR ]. Dat een van de argumenten waarop de melkveehouderij zich baseert om toch te kunnen blijven groeien, in feite onderuithaalt. De melkveesector heeft zich altijd verzet tegen het gedwongen kleiner maken van de veestapel met een beroep op de mogelijkheid dat technische innovatie, zeg een modernere stalinrichting , de uitstoot van ammoniak, vanzelf zouden kunnen verminderen. Een troefkaart was de inzet van emissiearme stallen. Uit het Wageningse onderzoek blijkt dat de uitstoot van ammoniak vele malen hoger is in zo’n stal dan de overheid altijd heeft aangenomen. Dat betekent dat technische innovatie eigenlijk de uitstoot heel weinig doet verminderen. NPO Radio 1 vatte dit onderzoek op haar site vanochtend als volgt samen. Ik citeer het daarom in zijn geheel : https://nos.nl/index.php/artikel/2430375-stikstofwinst-emissiearme-stallen-blijkt-vaak-flink-overschat :[ d.d.27-05-2022 ] “ Emissiearme stallen, bedoeld om de uitstoot van vee te beperken, leveren vaak veel minder stikstofwinst op dan op papier wordt geclaimd. Deze uitkomst van onderzoek van de Wageningen Universiteit werd deze week door het RIVM aangehaald in een technische briefing aan de Tweede Kamer. De onderzoeksresultaten waren tot dat moment niet breed gedeeld. De overheid probeert boeren te stimuleren om emissiearme stallen te laten bouwen. Onder andere door mest en urine te scheiden, komt in deze stallen minder van de stikstofverbinding ammoniak vrij. Vanwege die stikstofbesparing verstrekken overheden subsidies aan boeren om over te stappen op emissiearme stallen. In de provincie Noord-Brabant zijn de nieuwe systemen zelfs verplicht vanaf 2024. De stallen zijn niet volledig gesubsidieerd: boeren moeten het grootste deel zelf betalen. Overstappen op emissiearme stalsystemen is ook de bijna enig overgebleven mogelijkheid voor veehouders om uit te breiden. Sinds de ingrijpende PAS- uitspraak van de Raad van State in 2019 verloopt de vergunningverlening erg moeizaam. Door een schonere stal te gebruiken, kunnen toch meer dieren gehouden worden en blijft de uitstoot op papier gelijk. Nu blijkt uit uitstootcijfers van de Wageningen Universiteit dat moderne emissiearme stallen in de praktijk gemiddeld twee keer zoveel ammoniak uitstoten als op papier wordt geclaimd. De werkelijke uitstoot van deze stalsystemen loopt uiteen van 1,1 keer zoveel ammoniakuitstoot in het minst afwijkende geval tot 3,8 keer zoveel uitstoot in het meest afwijkende geval. De vergunningen die overheden afgeven voor de stalsystemen zijn niet gebaseerd op de gegevens van het RIVM en de Wageningen Universiteit, legde het RIVM woensdag uit aan de Kamerleden. Dat verklaart het grote verschil tussen de stikstofbesparing in theorie en praktijk. Twijfels over de werkelijke uitstoot van emissiearme stallen speelden eerder al een rol in verschillende rechtszaken. Rechtbanken vernietigden meerdere vergunningen voor veehouders, omdat de stikstofbesparing door de stalsystemen onvoldoende duidelijk is. Deze zomer buigt de Raad van State zich over een aantal zaken in hoger beroep. Johan Vollenbroek van milieuorganisatie MOB is een van de mensen die de zaken aanspanden. Hij wil de nieuwe inzichten voorleggen aan de hoogste bestuursrechter. Boerenorganisatie LTO maakt zich zorgen over de onzekerheid rond emissiearme stallen. ‘Als boer vertrouw je erop dat een wetenschappelijk onderzocht, door de overheid goedgekeurd systeem binnen de marges functioneert en je de rechtszekerheid geeft die je verdient. Dat mag ook wel, gezien de grote onzekerheid waar mensen in zitten en de aanstaande overheidsinvestering van 25 miljard.’ Een woordvoerder van de minister voor Natuur en Stikstof laat in een reactie weten dat wordt gewerkt aan de verbetering van de lijst met emissiearme staltechnieken. Hiervoor staan “praktijkproeven” op de planning. “ Aantal koeien Dit is nogal wat. Het kan betekenen dat hier een overheidsinvestering wordt gedaan, die totaal niet aan haar doel beantwoordt. De provincies, die dit soort vergunningen moet gaan afgeven, hebben er een heel dik probleem bij. Het kan betekenen dat iedere vergunning die zij verstrekken juridisch kan worden aangevochten. Dat betekent eindeloos procederen terwijl het voor boeren en voor natuurbeschermingsorganisaties niets oplevert. Terwijl het toch veel helderder zou zijn dat de overheid zich niet langer verschuilt achter uitstel. Uitstel van de enige maatregel die wel veel minder uitstoot van ammoniak oplevert. De noodzakelijke beslissing om het aantal koeien in Nederland nu eens echt substantieel te doen verminderen………………………….( wordt vervolgd ) Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Nieuws