3 juni 2022 Onderdendam ( Gr. ) Vrijdag 3 Juni 2022 , 06u05 ( Zomertijd ): “O- wind. Windkracht 2. Grotendeels helder. Wel hangen in het zuiden en westen heel hoog in de lucht enkele stroken met schapenwolkjes. Met onze hond Nantske sta ik met een grote glimlach op het gezicht op het hoogholtje, het houten bruggetje over het Boterdiep. Het ziet er fantastisch zomers uit ,ook al is het nu maar een graad of zes en heb ik noodgedwongen mijn winterjas nog aan. En dat is echt geen luxe. Mag van geluk spreken dat het niet zo hard waait. Maar het zal wel de invloed van de zon zijn, er is al heel wat levendigheid om me heen. Links van de brug zwemt een fuut [ Podiceps cristatus L. ] Maar de partner met de kuikens kan ik niet ontdekken, hoe zeer ik het kanaal ook afzoek. Huismussen [ Passer domesticus L. ] tsjilpen luid van onder de pannen van ons huis. Een zwarte kraai [ Corvus corone L. ] steekt roepend het Boterdiep over ter hoogte van de Haver. Heel opmerkelijk de houtduiven, die altijd zo rumoerig zijn rond deze tijd, houden zich momenteel muisstil. Ik ga naar beneden het bruggetje af en zet even later de eerste stappen op mijn wandelpad. Twee kilo In de twee weiden van Annemarie de Haan is het gras nu opgehoopt tot lange rijen. Klaar om in plastic balen van een ton zwaar te worden verpakt. En getransporteerd naar het erf van Sieb –Klaas Iwema. Gisteren is hetzelfde gebeurd op de drie percelen van Voorheen Rozeboom, die links en rechts van mijn wandelpad liggen. De weiden ogen leeg en kaal. Hier en daar zie je bruine strepen van verhoutte graszoden. Daar waar gras heeft gestaan dat al hoog opgeschoten was. Gisteren zag ik iemand die mogelijk de nieuwe eigenaar van de boerderij van Rozeboom is. In een zwarte hybride bak op wielen reed hij poepsnel over het Betonpad het weiland in met het ‘ Bultje ‘, omdat er r wat malheur was met de gras- verpakker. Ik kijk eens wat meer om me heen. Een aalscholver [ Phalacrocorax carbo L. ] draait hoog in de lucht wat rondjes. Het is onduidelijk of het om trainingsrondjes gaat om de vliegspieren op te warmen of dat hij daar boven aan het nadenken is welke kant hij vandaag uit zal gaan om op vis te jagen. ‘ Toch maar naar de noordelijke arm van het Boterdiep richting Uithuizen?’. Heel laag over de wei rechts scheert een buizerd [ Buteo buteo L. ]. Hij landt op de oude omheiningpaal van het land van Annemarie de Haan. ‘ Beng ‘…Driemaal knalt een luchtpers- kanon dat vermoedelijk in de buurt van Wouda zijn boerderij staat. Als zo’n knal te horen is, valt het heel lastig vast te stellen waar zo’n kanon staat. Het geluid galmt en resoneert in de enorme ruimte hier, zeker bij helder weer. Een kraai landt na een daling vol buitelingen op de hoekpaal van het toegangshek naar het vierde perceel van Voorheen Rozeboom. Ver weg in het noordoosten hoor ik scholeksters[ Haematopus ostralegus L. ] rellen. Van hieruit is ook de graspieper [ Anthus pratensis L. ] al te horen die in de eerste meidoorn op de hoek zit. Ik mis mijn fietsvrienden die rond deze tijd passeren. Ze zijn al voorbij, omdat ik door wat bezigheden thuis, wat later buiten ben. De kraai die op dat hek zat , vindt dat kennelijk toch niet zo’n goede plek. Of heeft gewoon honger. Hij vliegt op en zeilt laag over het pad en landt in de wei rechts met dat karakteristieke huppeltje dat kraaien in huis hebben. Een tweede kraai, een van mijn ‘huiskraaien’, probeert zijn evenwicht te bewaren op een de takje van de meidoorn [ Crataegus laevigata L. ] op de hoek. Volwassen zwarte kraaien wegen gemiddeld 500 gram. Om rustig te kunnen blijven zitten in een struik hebben ze toch echt wat steviger takken nodig. Overigens van de kraaiachtigen is de raaf [ Corvus corax L. ] de zwaarste. Die kan zelfs tot twee kilo wegen. De roek [ Corvus frugilegus L. ] die je hier ook vaak ziet, en die met zwarte kraaien nesten bewoont in de bomen van de waterzuivering, weegt om en nabij de 350 gram. Kauwtjes { Corvus monedula L. ] wegen het minste, 250 gram. ‘Ah- honk…ah-honk..ah-honk…’, drie Canadese ganzen komen te voorschijn uit de derde wei van Voorheen Rozeboom en vliegen richting de Kardingemaar. Er zat nog een vierde gans bij dat gezelschap, maar die blijft achter op het perceel dat André van der Schans in gebruik heeft. Dat ligt naast dat van Voorheen Rozeboom aan de westkant van de Noordersloot . Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. Richting de Bedumerwijk ter Laan. Lager dan verwacht Op het erf van Harm van der Giezen klappert de mengwagen waarin kuilvoer vermengd wordt met bijvoer. De zon staat nu al stralend handhoog aan de hemel. Alles maakt een zomerse indruk ondanks de lage temperatuur. Vandaag zal die hier in Noord Groningen de twintig graden zeker niet halen. Overigens is 16,5 graad de gemiddelde temperatuur in Juni [ Bron: www.knmi.nl ]. Dat laatste is veel lager dan ik eigenlijk verwacht had. Een kokmeeuwtje [ Larus ridibundus L. ] maakt een duik de uitgestrekte wei van de familie van der Giezen in. Van hieruit hoor ik de kraaien en roeken wakker worden in de windsingel rond de waterzuivering. De trein naar Delfzijl toetert in de verte bij het naderen van een onbewaakte overweg. In het zuiden schittert de zon op plastic pakken met gras die nog moeten worden getransporteerd vanuit de wei die door Rozeboom ook wel eens afwisselend als maïsland werd gebruikt. Ik ben inmiddels op mijn keerpunt aangekomen. Draai me om en ga op de terugweg. Bij van der Giezen zijn ze, zo te horen, nog steeds de koeien aan het voeren. Eten …of beter vreten Scholeksters rellen wat in de buurt van de Kardingemaar. Ik zie vrij veel zwarte wegslakken [ Arion ater L. ] op het Betonpad. Tel er vanochtend op dit stuk zeker dertig. ‘BAM-BAM-BAM…’,opnieuw laat het luchtpers- kanon bij Wouda van zich horen. Of het echt helpt, daar heb ik zo mijn vraagtekens bij. Kraaien zijn zo slim dat ze echt zich door dat lawaai niet laten verjagen. Verderop blijft een graspieper maar zingen. Zit nu in de eerste essen- stobbe. Bij het passeren van de meidoorns, merk ik dat er hier en daar al webben van de spinselmot in de takken hangen. Op www.tuinadvies.nl vond ik de volgende informatie: ‘ De vlinders verschijnen in juni en juli. De eieren worden in hoopjes afgezet in schorsspleten van de voedselplanten die boven aan het menu van hun rupsen staan, bijvoorbeeld de Europese vogelkers (Prunus padus), kardinaalsmuts (Euonymus europaeus), sleedoorn (Prunus spinosa), pruimbomen (Prunus-soorten), meidoorn (Crataegus monogyna), perelaars (Pyrus-soorten) en wilgensoorten (Salix-soorten). De eieren overwinteren en in april komen de rupsjes uit. Deze beginnen onmiddellijk aan waarvoor ze worden geboren: eten, of beter…vreten. Tegen eind mei – begin juni zijn de aangetaste waardplanten volledig kaalgevreten en bedekt met een dicht, wit zijdespinsel. Dit taaie spinsel is een uitstekende bescherming tegen vijanden. Het verpoppingproces gebeurt gemeenschappelijk in een zwaar spinselnest tegen de stam, tussen de takken of aan de voet van de aangetaste boom of struik. Enkele weken later verschijnen de vlinders om weldra weer aan de gehele cyclus te beginnen. Er is één generatie per jaar. De stammen van de waardplanten worden onherkenbaar. Honderden lichte vlinders zitten naast elkaar op de schors om eieren af te zetten waarna de kringloop opnieuw van start kan gaan. Over de gehele wereld komen spinselmotten voor. De vogelkers- spinselmot is ongetwijfeld de bekendste (Yponomeuta evonymella). ‘ Oost-Indisch doof Een van mijn ‘ huiskraaien ‘ zit nu op een van zijn vaste plekken, het toegangshek van de derde wei van Voorheen Rozeboom. Maar niet lang. Hij voegt zich bij zijn partner in de wei, die ik altijd voor het gemak, perceel no.1 noem. Vliegt weer op en gaat nu zitten uitkijken vanaf an het toegangshek naar het land van Harm van der Giezen. Ik ben dan inmiddels bij de hoek voor het laatste stuk. Zie wat bewegen in de wei naast de Noordersloot. Het gras is daar al zeker twintig centimeter hoog. Dan komt er iets bruins te voorschijn, dat begint te huppelen. Een haas [ Lepus europaeus L. ] gaat rechtop staan en kijkt om zich heen. Merkt dat we wel heel ver van hem vandaan staan met een brede sloot ook nog tussen ons beiden. Laat zich dan weer zakken op zijn achterpoten en huppelt vrolijk verder, versnelt niet. Ik sla de hoek om voor het laatste stuk. En vraag me af, terwijl de zon steeds hoger klimt, de hemelkoepel in, staat die haas niet symbool voor alles wat we op het platteland hopen. Dat het een gebied wordt dat voor iedereen, mensen, dieren en planten, een veilige plek is. Een plaats waar vooral ook dieren, die nu nog steeds in aantal mensen meer dan overtreffen zich kunnen handhaven en voortplanten. Die dieren zitten niet mee te praten aan al die overlegtafels waar zogenaamd ‘natuurinclusief beleid ‘wordt gemaakt. Dus iemand zal daar moeten spreken namens hen. Raar is het wel, dat we het hebben over democratische waarden, maar dieren, bomen en planten daarvan uitsluiten. Ons eigenlijk nooit afvragen wat denken zij? Misschien wordt het eens tijd onszelf als rechtopstaande zoogdieren op twee benen die in feite getalsmatig sterk in de minderheid zijn op ons platteland , die fundamentele vraag te stellen. Waarom zijn we tot nu toe zo Oost-Indisch doof geweest voor wat een haas of kraai vindt van de omgeving die wij gemaakt hebben voor ons eigen voortbestaan? …………………………( wordt vervolgd ) DE EERSTVOLGENDE ‘WINKELHAAK’ IS OP DINSDAG 7 JUNI !! Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retriever –jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners , 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen. Dit is al de zevende jaargang van de ‘De winkelhaak ‘. Nieuws