HET HOGELAND – Het gemeentebestuur heeft een borgstelling van 9 miljoen voor het Werelderfgoedcentrum geëffectueerd. “Het besluit hierover is nu, met duidelijke voorwaarden, door het college genomen. Daarmee kan de stichting een lening afsluiten en is een belangrijke stap gezet op weg naar de realisatie van het centrum,” zo zegt het gemeentebestuur.
De stichting Werelderfgoedcentrum Waddenzee rekende erop dat het project 26,3 miljoen euro zou kosten. Na de aanbesteding blijkt dat in totaal 43,7 miljoen euro te zijn. De forse tegenvaller van 17,4 miljoen wordt verklaard door de gestegen bouwkosten, hogere brandstofkosten en de coronapandemie. De gevolgen van de oorlog in Oekraïne komen daar nog eens bij.
De stichting wil het probleem oplossen met extra bijdrages van het Waddenfonds (5 miljoen euro) en de provincie Groningen (2,8 miljoen euro) plus de lening van 9 miljoen waar de gemeente Het Hogeland borg voor staat. Ongeveer een jaar geleden is de gemeenteraad akkoord gegaan met deze borgstelling.
Provinciale Staten moet zich nog buigen over de extra bijdrage. Het Waddenfonds neemt voor 1 juli een besluit. Het komt niet vaak voor, maar organisaties kunnen extra geld vragen bij het fonds als er essentiële veranderingen zijn. Als de provincie en het Waddenfonds akkoord gaan, is de extra financiering voor het gebouw rond.
Het Werelderfgoedcentrum wordt een houten gebouw in de haven van Lauwersoog. Bezoekers kunnen informatie krijgen over de Waddenzee, door Unesco bestempeld als Werelderfgoed. In het pand komt het Zeehondencentrum van Pieterburen. Ook komen er een expositieruimten, onderzoeks- en vergaderruimten, horeca en een winkel. Het centrum moet 120.000 bezoekers per jaar trekken.
