Onderdendam ( Gr. ) Donderdag 10 November 2022, 06u50 ( Wintertijd ):

“ZW- wind. Windkracht 3-4. Zwaar bewolkt. Egaal wolkendek . Dat dek is dun en op sommige plekken praktisch doorzichtig. Waterkoud. Schemerig. Stevige wind. Ik heb me wederom verslapen. Het is al heel druk op de weg achter me, als ik met onze hond Nantske die er volgens mij ook nogal slaperig uitziet , het hoogholtje over het Boterdiep opklim.  Het mag dan schemerig zijn, in mijn beleving gaat het buiten toch meer de kant van donkerte op  dan van een betekenisvolle schemering. In het oosten zit een grote scheur in de bewolking. Daar  stroomt wat groezelig licht door naar buiten. Zes meter beneden ons is het pikdonker op het water. De wind heeft vrij spel, veroorzaakt duizenden rimpels. Op het hoogste punt van die mini- danst een straaltje licht, weerkaatsing van de straatlantaarns op de walkant. Bij elkaar opgeteld ziet het eruit alsof het kanaal een glimmend opgepoetste maliënkolder van licht heeft aangetrokken. Achter me, hoog in het noordwesten schijnt de volle maan met zo’n kracht dat hij door het dunne wolkendek heen breekt. Links boven de maan meer naar het zuidwesten pinkelt een ster. Maar het is geen ster, het is de planeet Mars. Snel ga ik naar beneden de zestien treden af. Ondanks mijn winterjas valt de kou me toch tegen hierboven. In het schemerdonker worden de buitenste randen van de treden heel vaag verlicht. Dus ik hoef niet te raden waar wat zit. Even later loop ik op het schelpenpad. De zesjarige es [ Fraxinus excelsior  L. ] tekent zich af tegen de donkergrijze lucht in het oosten. Die ene brede streep groezelig licht die nog het meeste weg heeft qua kleur van een iets te lang gedragen, ooit witte directoire. Er zit geen blad meer aan de takken van het pittige boompje. Essen zijn de bomen die als een van de laatste hun blad laten vallen. Maar alles is nu in de war door het warme herfstweer. Ik kom lindes tegen die nog vol in het blad zitten, net als beuken. Voor mensen die daar dol op zijn, wil dat zeggen dat ze bijna anderhalve maand blad mogen ruimen. Het liefst laten wij alles liggen. Het voordeel is dat we af en toe een egel tegenkomen in de schemering. Dan laat ik Nantske los en zet de eerste stappen op mijn wandelpad.

Sluipverkeer

Heb nog geen vier minuten gelopen of een het alarmlicht van een politieauto zorgt dat het drukke verkeer op de Middelstumerweg ruim baan maakt. En automatisch langzamer gaat rijden. De politieauto zie ik niet meer terug op de Bedumerweg. Dus er zal wel iets gebeurd zijn in de buurt van Winsum of verder weg. Ik kijk eens verder om me heen. Zie onze hond met veel bravoure door de wei stappen. Ze is nu helemaal opgeknapt. Ik laat Nantske even haar jacht- lust op woelhuizen botvieren. Gister namiddag heb ik met haar door dizelfde  perceel gelopen en zag heel veel muizengaten in de grond. ‘Heel veel ‘is , vind ik , toch niet precies genoeg. In iedere vierkante meter gras  zaten drie holletjes. Ik sla de hoek om en kuier naar het zuiden. Heb nu de wind op kop. Er is veel turbulentie in de lucht. De maan is pijlsnel verdwenen achter de wolken. In het zuidwesten ontdek ik trouwens laag aan de horizon een tweede ster, Sirius, de helderste ster van het sterrenbeeld Grote Hond [ Canis Maior  ]. Ik ben dan al op het struikloze stuk. Het is een stuk lichter geworden. Nu is het ochtendgloren echt robuust aanwezig. In de wei rechts kan ik schapen zien liggen. Schimmige vormen. Een weinig geoefende blik zou er net zo goed zakken hooi van maken. Voor me uit ineens fel licht van koplampen . Automatisch grijp ik Nantske in haar nekvel Maar wat ik verwacht, gebeurt gelukkig niet . Het is de melktankauto van Friesland Campina die afslaat naar het erf van de familie van der Giezen. En daar parkeert. Het motorgeluid dat vandaar komt, wordt zwakker. Misschien krijgt de chauffeur daar eerst een kop koffie voor er geladen wordt. Het zachte ronken wordt in ieder geval overtroffen door het zuigende geluid van banden op nat asfalt vanaf de provinciale weg vier honderd meter verder. ‘Tsjak- tsjak –tsjak…’ .Uit de ree van boerderij de Haver klinkt het klokkende geluid van een kramsvogel [ Turdus pilaris L. ] Ze zijn dus echt gearriveerd, deze trekvogels uit Scandinavië . Voor mij zijn ze een teken dat de winter naderbij komt, hoe hoog de temperatuur momenteel ook is. Af en toe draai ik me om uit angst dat een aanstormende fietser me in de schemer over het hoofd ziet. Gelukkig maar, want met hoge snelheid komt een witte auto vanuit het dorp onze kant op . Snel duw ik Nantske de berm in. De auto mindert nauwelijks vaart. Door het schelle licht uit de koplampen, kan ik , verblind als ik word, niet de bestuurder zien. Het kan een vroege gast voor de Haver zijn. Maar de auto rijdt door en ook voorbij de boerderij van van der Giezen. Ordinair sluipverkeer dus. Ooit ten tijde van de gemeente Bedum is zwart of wit afgesproken dat Boterdiep OZ , oftewel dit wandelpad, een fiets- en wandelroute is, waarop alleen autoverkeer toegelaten wordt van direct aanwonende. Om dat te garanderen zou er een paaltje of een andere wegversperring komen. Dat laatste , daar is nooit iets van terechtgekomen. Met het gevolg dat je voortdurend om je heen moet kijken of er geen auto’s op je afkomen. Ik ben dan inmiddels vlakbij mijn keerpunt, de ree van herenboerderij de Haver. Draai me om en ga op de terugweg.

Een schot hagel

Het wordt nu snel lichter. Alles om me heen wordt goed zichtbaar. De rietkraag maakt een buiging naar het ochtendgloren. De hopen kleigrond die Sieb- Klaas Iwema heeft getransporteerd naar de derde wei van Rozeboom krijgen hun vorm terug. Wanneer ik de hoek omsla voor het laatste stuk, zie ik een hele reeks auto’s langzaam achter een truck met afvalcontainers rijden op de Middelstumerweg. Bijna stapvoets. Want de vrachtwagen houdt zich aan de verplichte 30 km. Het lijkt symbolisch voor de toestand van nu. Om te voorkomen dat we langzaam gaan stikken in ons afval, moeten we niet sneller en efficiënter maar juist langzamer gaan leven. Dat geldt niet alleen voor stikstof en fosfaat in de landbouw, maar voor alles waarmee de postzegel die Nederland heet, vervuild wordt. Het gekke is dat het arrogante zoogdier op twee benen dat zich Homo erectus noemt,  zo’n onnoemelijke rotsooi achterlaat buiten in de natuur. Ooit gezien dat hazen vuilnisbelten produceren of wolven microplastics. Wat geeft ons dan het recht om wolven  af te schieten. Misschien moeten de lui die drugsafval op het platteland achterlaten, eens tegen een schot hagel aanlopen. Dat verdienen ze m.i. dik en dwars…………………………………….( wordt vervolgd )

Iedere ochtend tussen 04u00 en 07u00 doet Kees Willemen, journalist en (politiek ) tekenaar uit Onderdendam (Gr.) een ‘Winkelhaakje ‘. Dat is een wandeling van ongeveer 25 minuten met zijn hond Nantske ( een elf jaar oude Golden Retreiver – jachtlijn ) aan de oostkant van het Boterdiep in Onderdendam, een klein dorp van 595 inwoners, 14 kilometer ten noorden van de stad Groningen.

Bericht, tip, foto, video, activiteit enz. voor Omroep het Hogeland? Klik dan hier !