Ovenschotel met gehakt en bloemkool.

Ingrediënten, voor 4 personen.

• grote bloemkool
• aardappel 1 kg
• ei 1
• nootmuskaat
• zout
• melk 6 deciliters
• gemengd gehakt 800 g
• Provençaalse kruiden
• peper
• boter 25 g
• bloem 30 g
• geraspte kaas 200 g

Bereiding;

Breng twee pannen water aan de kook met telkens een snuif zout erin. De ene pan zal dienen voor de aardappelen en de andere voor de bloemkool.
Schil de aardappelen en kook ze gaar in de eerste pan. (Reken op een kleine 20 minuten.)
Maak de bloemkool schoon. Snij het groene loof eraf en verdeel de kool in roosjes.
Doe de roosjes bloemkool in de tweede panop je de garing.
Giet ook de gare aardappelen af en plet ze met de stamper tot puree.

Voeg een flinke klont boter toe aan de puree, samen met wat melk, een ei, wat nootmuskaat en een snuifje zout. Peper is overbodig. Meng alles tot je een smeuïge puree krijgt.

Zet een braadpan op een matig vuur en smelt er een klontje boter in.  Doe het gehakt in de braadpan en plet het even met een vork. Het gehakt mag niet te korrelig zijn. Laat het vlees goudbruin kleuren.

Voeg tijdens het bakken een snuifje Provençaalse kruiden toe, wat peper uit de molen en een klein snuifje zout.

Neem een ruime ovenschaal en schep er een dikke laag aardappelpuree in.
Giet daarover het gebakken gehakt.
Werk de schotel af met de roosjes bloemkool. Verdeel ze gelijkmatig over de schotel en schik ze met zorg met de steeltjes naar onder.

De Kaassaus.

De basis van de kaassaus (een Mornaysaus) is een klassieke roux. Smelt de klont boter in een hete pan en voeg er vervolgens de bloem aan toe. Laat het bloemmengsel al roerend “opdrogen”, maar let erop dat de roux niet aanbakt en bruin kleurt.

Zodra je een zoete biscuitgeur ruikt, schenk je de melk in de pan. Blijf doorroeren met een garde tot de saus bindt. Neem daar even de tijd voor! Wanneer je lang genoeg geroerd hebt, krijg je een gladde bechamelsaus. Wanneer je saus te dik is, voeg je wat extra melk toe om ze te verdunnen.

Haal de pan van het vuur en meng 2/3 van de gemalen kaas in de saus. Hou de rest opzij voor de afwerking.
Kruid de saus naar smaak met peper van de molen, wat zout en vers geraspte muskaatnoot.

Afwerking

Schakel de grill van je oven in.

Neem er de schotel met puree, gehakt en bloemkool bij. Giet de verse kaassaus over de schotel, tot alle roosjes onder een laagje saus zitten.
Strooi de rest van de gemalen kaas gelijkmatig over het gerecht.
Schuif de schotel onder de hete grill en gratineer. Zodra er zich een goudbruin korstje vormt, kan je het gerecht serveren.

Eet smakelijk.