Kottervisserij draait zwaar in de verliezen, garnalenvisserij min 2 miljoen 4 oktober 20224 oktober 2022 LAUWERSOOG – De Nederlandse kottervisserij lijdt over de eerste 8 maanden van dit jaar een verlies van naar schatting meer dan 20 miljoen euro waarbij alle toegepaste visserijmethoden gemiddeld genomen verliesgevend zijn geweest. Voor de garnalenvisserij komt dit verlies op -2 miljoen euro. Dit meldt de Wageningse universiteit in een onderzoek. Boomkor laat het meest negatieve resultaat zien van ongeveer -14 miljoen euro, de twinrigvisserij -4 miljoen euro, de garnalenvisserij -2 miljoen euro, de quadrig (op langoustine) -1 miljoen euro en de flyshootvisserij (snurrevaadmethode, vooral op mul en inktvis) -3 miljoen euro. Veel kotters hebben dit jaar al voor langere tijd stilgelegen omdat verwacht werd dat visserij onrendabel zou zijn. Voornaamste redenen van het stilliggen zijn de hoge brandstofprijzen (oorlog in Oekraïne), bemanningstekort en het wachten van kottereigenaren om te kunnen saneren in het najaar 2022. Het jaar 2021 (een heel jaar) laat een voorlopig resultaat zien van -3 miljoen euro. In de jaren 2018, 2019 en 2020 waren de resultaten respectievelijk nog +48, +9 en +5 miljoen euro. Verwacht wordt dat opvarenden van kotters een aanzienlijk lager loon hebben verdiend dan in voorgaande jaren vanwege het deelloonsysteem in de visserij; de bemanning krijgt een vast deel van de netto opbrengst, waarin ook de veel hogere brandstofkosten worden meegenomen. De opbrengst aan vis en garnalen nam in de eerste 8 maanden van 2022 naar schatting met zelfs 25 miljoen euro toe ten opzichte van 2021 maar de kosten stegen nog veel harder waardoor meer verlies werd gemaakt dan vorig jaar over dezelfde periode. De gemiddelde visprijzen op de visafslagen zijn in de eerste 8 maanden van 2022 ten opzichte van 2021 aanzienlijk gestegen. De gemiddelde kiloprijzen bij aanlanding voor tong, schol, garnalen en langoustineprijzen komen uit op respectievelijk 15,39 euro (+39%), 2,80 euro (+22%), 6,29 euro (+72%) en 7,48 euro (+48%). De gemiddelde gasolieprijs komt voor de eerste 8 maanden in 2022 uit op 0,89 euro/l, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2021 toen de prijs ook al relatief hoog was, namelijk 0,45 euro/l. De toenemende inflatie (meer dan 10%) komt daar nog eens bovenop en maakt de (platvis-) visserij onder de huidige omstandigheden onrendabel. Er wordt gezocht naar alternatieve, zuinigere visserijmethoden maar innovatie (indien al mogelijk) vraagt veel tijd en het is de vraag of de geboden alternatieven bij de huidige kosten wel winstgevend zijn. De inzet van schepen is 25-30% lager geweest ten opzichte van 2021. Veel schepen hebben langere tijd stilgelegen. Kottereigenaren (platvisschepen) overwegen gebruik te maken van de saneringsregeling (ter compensatie van de negatieve effecten van Brexit), die momenteel openstaat tot eind november 2022 voor inschrijving. De aanvoer van vis en garnalen liep in 2022 tot nu toe behoorlijk terug. Er werd bijna 22% minder aangevoerd (-8 miljoen kilo). Het totaal volume kwam uit op bijna 27 miljoen kilo (tegenover ruim 34 miljoen kilo in 2021 over dezelfde periode). De matige vangsten en aanvoer van vis vanuit de Noordzee leiden tot zorgen in de hele keten en onzekerheid over de toekomst. Als de sanering van een grote groep kotters daadwerkelijk doorzet dan is het maar de vraag of de visafslagen en handels- en verwerkingsbedrijven die afhankelijk zijn van Noordzeevis nog genoeg aanvoervolume via de Nederlandse visafslagen kunnen kopen om hun productielijnen en personeel voldoende werk te bieden. Naast de economische malaise waarin de visserij verkeert zijn er de nodige zorgen over het toegenomen ruimtegebruik op de Noordzee door andere gebruikers en het imago van de visserij. De steeds verdere uitbreiding van met name windmolenparken laat minder visgrond over en natuurorganisaties claimen nog meer gesloten gebieden voor visserij ten gunste van natuurbescherming. Verder staat de bodemvisserij maatschappelijk en politiek ter discussie en verduurzamings-initiatieven in de sector verlopen langzaam of staan stil door vaak een gebrek aan toekomstperspectief. Mosselsector komt dit jaar economisch positief uit de verf De aanvoer van consumptiemosselen in het seizoen 2021/2022 was met 33 miljoen kg iets hoger (+2 miljoen kg) dan in het seizoen ervoor, maar nog steeds zeer laag in vergelijking met enkele seizoenen geleden. De gemiddelde mosselprijs steeg dit seizoen eveneens en wel tot 1,97 euro per kilo (+37% ten opzichte van vorig seizoen). Door de hogere prijs steeg de waarde van mosselen naar bijna 66 miljoen euro (was ruim 45 miljoen euro). Door de toegenomen opbrengst zal het netto resultaat waarschijnlijk ruim boven de 8 miljoen euro van vorig seizoen uitkomen waarbij verondersteld wordt dat de kosten minder hard zijn toegenomen dan de opbrengst. De totale aanvoer van mosselzaad kwam in 2021 met 33,7 miljoen kg ruim 28% hoger uit dan vorig jaar. Met MZI’s (mosselzaadinvanginstallaties) werd 21,4 miljoen kg opgevist (63% van al het zaad daarmee licht minder dan vorig jaar). Aan bodemzaad werd 12,3 miljoen kg opgevist. In 2020 is het convenant zaadvisserij/invang met de overheid en Ngo’s met 10 jaar verlengd. Traditionele mosselzaadvisserij moet geleidelijk worden afgebouwd en MZI’s kunnen als alternatief worden ingezet voor het verkrijgen van zaad. De export van vis vanuit Nederland is verder gegroeid en de waarde ervan kwam in 2021 uit op 4,4 miljard euro (+13% ten opzichte van 2020). Meer dan 70% van de export van vis, schaal- en schelpdieren (in waarde) ging naar de interne markt van andere EU-landen waarvan Duitsland, België, Frankrijk en Italië de belangrijkste afnemers zijn. Voor diepgevroren pelagische vis zoals haring, makreel, horsmakreel en blauwe wijting zijn met name Nigeria en Egypte belangrijke afzetlanden. Het aanbod van door Nederlandse schepen aangevoerde vis neemt af waardoor handels- en verwerkingsbedrijven steeds meer vis gaan importeren en daarvan afhankelijk worden. De vraag naar visproducten is namelijk veel groter dan het aanbod van aangevoerde Noordzeevis. De totale importwaarde nam met 8% toe tot 3,2 miljard euro. Het importvolume nam toe met 5% tot 872.000 ton. Steeds meer vis komt de laatste jaren uit derde landen (In 2021 gestegen tot 50% van de totale importwaarde). Importen uit vooral Noorwegen (zalm), China en Vietnam (tropische garnalen en witvissoorten) nemen toe terwijl de import (en productie) van zeevruchten (vis, schaal- en schelpdieren) binnen de EU verder daalt. Het laatste jaar nemen ook voor handels- en verwerkingsbedrijven de kosten fors toe. Energiekosten maken een belangrijk deel uit van de totale kosten en de kostprijs stijgt. Door dalende koopkracht in landen waarnaar wordt geëxporteerd is er gerede kans dat dit negatieve effecten op de verkoop van visproducten zal hebben. Visproducten kunnen te duur worden waarop de markt kan reageren door te kiezen voor goedkopere eiwitrijke producten zoals kip of varkensvlees. Tenslotte zorgen internationale uitdagingen in de logistiek voor gestegen kosten. Denk aan gestegen zeecontainerprijzen, meer administratieve formaliteiten sinds Brexit en de onder spanning staande import van witvis uit Rusland. Toegenomen kosten worden waar mogelijk doorberekend in de keten waardoor de consumentenprijzen van visproducten verder zullen stijgen./BM Nieuws